Dr. D. Hausdorff
In het orthodoxe Jodendom is ook nagedacht over het gebed en gebedsgenezing. En daar kunnen we van leren. Hieronder volgt een deel van de inleiding van D. Hausdorff in de Nederlandse siddoer, het dagelijkse gebedenboek. Hausdorff was huisarts in Rotterdam (red.).
Dr. Adolph Saphir
Laten we met volharding de wedstrijd lopen - Hebr. 12:1 (NBV).
Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden! - Tim. 4:7
Joop Akker
In een wereld vol van geweld en onverdraagzaamheid is het heilzaam om de stad die Abraham verwachtte (Hebreeën 11:10) voor ogen te houden. Als kinderen van Abraham mogen ook wij verlangend hiernaar uitzien.
Marc de Klijn
De kunstenaar Marc de Klijn was onlangs in Nederland in verband met de verschijning van zijn boek ‘Nieuw licht op oude woorden’. Sara van Oordt van Christenen voor Israël had hierover een vraaggesprek met hem dat uitgezonden werd via livestream op 13 mei.
Gerry Cohen
Een merkwaardige vraag, wat het voor mij betekent om een cohen (priester) te zijn. Een cohen zonder tempeloffer of bloedoffer? En toch neem ik het feit dat ik een cohen ben inderdaad zeer serieus. In het bijzonder geloof ik dat ik een plicht heb, zoals God aan Aäron heeft opgedragen in Numeri 6:23-27. Door de Birkat Kohanim uit te spreken - de Priesterzegen - legt de priester de Naam van God op Zijn volk. Het is dus God - niet de cohen - die zegen brengt. Dit is echt alleen mogelijk omdat wij allemaal - elke gelovige in Messias Jesjoea - deel uitmaken van dat uitnemender priesterschap dat het Koninkrijk van God weerspiegelt.
Michiel Steenwinkel
Het is niet heel moeilijk om je geloof te verliezen tijdens je diensttijd in het Israëlische leger. 20 jaar geleden was dat al duidelijk voor de oprichters van Lech L’cha, de organisatie die pas afgezwaaide soldaten helpt het leven met God weer op te pakken. ‘Vaak zijn gelovigen de enige in hun eenheid, omgeven door vooral niet-gelovigen die vloeken, schelden, seksueel actief zijn en feesten in het weekend. Het is moeilijk dan overeind te blijven,’ zegt Shmuel Salway, leider van Lech L’cha.
redactie
De kasjroetregels of spijswetten zijn een belangrijk element binnen het jodendom. Als gevolg van deze regels mogen geen onreine en niet-koosjer geslachte dieren gegeten worden en is er een strikte scheiding tussen melk- en vleesproducten. In zijn proefschrift Mapping Messianic Jewish Theology onderzocht Richard Harvey hoe een aantal toonaangevende Messiasbelijdende Joden omgaat met de kasjroetregels. Een korte samenvatting van wel zeer uiteenlopende standpunten.
Op 7 en 8 september, met Rosj Hasjanah, vangt het nieuwe joodse jaar aan, op 16 september gevolgd door Jom Kippoer, de Grote Verzoendag en Soekkot, het Loofhuttenfeest, dat op 21 september begint.
Moge, na een jaar vol van spanningen, verdriet, zorgen en tegenstellingen, dit nieuwe jaar de ware Sjalom aanbreken, voor Israël en voor ons allen.
Het bestuur van Hadderech
Thea Ornstein
De maand voorafgaand aan het Joodse nieuwjaar heet Elloel en is er een van voorbereiding. Na het dagelijks gebed roept de sjofar tot bekering op en begint men zich al te verplaatsen in de stemming die bij de grote en ontzagwekkende dagen (de periode tussen Rosj Hasjanah en Jom Kippoer) hoort.
Daniel Zion
Nee niet ik, niet ik, alleen u Jesjoea in mij!
Alleen u brengt mij voor de God van mijn vaderen,
Alleen u kunt mij genezen, van iedere boze ziekte,
Nee niet ik, niet ik, alleen u Jesjoea in mij!
Alleen u leert mij alle schepselen lief te hebben,
Alleen u leert mij zelfs de vijand lief te hebben,
Nee niet ik, niet ik, alleen u Jesjoea in mij!
Daarom wil ik in uw liefde blijven,
voor altijd wil ik in uw wil blijven,
Nee niet ik, niet ik, alleen u Jesjoea in mij!
Zie ook: Rabbi Daniel Zion en de redding van de Bulgaarse Joden
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van juni 2020
Martha Gobetz
De Eeuwige heeft in de Thora allerlei aanwijzingen gegeven welk voedsel geschikt is om te eten en te drinken. De zogenoemde spijswetten of kasjroet. Het nakomen van deze wetten draagt nog steeds bij tot de eigenheid van het jodendom. Zelf ben ik niet opgevoed met het kasjroet. Wel bestond er bij ons thuis grote huiver voor het nuttigen van bloedworst en paling. Dit eet ik zelf nog steeds niet.
Richard Harvey
“Door de redactie van Hadderech werd mij gevraagd een kort artikel te schrijven over mijn persoonlijke visie op kasjroet en hoe Joodse volgelingen van Jezus met de spijswetten zouden moeten omgaan. De vraagsteller wist misschien niet dat een van de redenen om hierover in mijn proefschrift te schrijven was dat ik zélf graag meer duidelijkheid wilde hebben over de vraag of ik al dan niet koosjer zou moeten eten.”
Pieter A. Siebesma
Eén van de meest opvallende kenmerken van de Joodse godsdienst zijn de voedselwetten. Daarin onderscheiden orthodoxe Joden zich van de andere volkeren, omdat ze bijvoorbeeld geen varkensvlees en garnalen eten en andere dieren die in de Thora worden verboden. Ook het eten van bloed is verboden en als derde basisregel geldt het verbod om melk en vlees in één maaltijd te nuttigen. Voor de eerste twee is een duidelijke Bijbelse basis te vinden, maar de scheiding tussen melk en vlees is gebaseerd op een (nabijbelse) rabbijnse interpretatie van Ex. 23:19, dat je het bokje niet mag koken in de melk van de moeder.
Richard Harvey
Hoe denken Messiasbelijdende Joden over het vieren van de sjabbat? Dat is een van de vragen die Richard Harvey behandelt in het hoofdstuk ‘De Thora in de praktijk’ van zijn dissertatie. Diverse toonaangevende denkers passeren de revue. Hun opvattingen blijken heel divers. We kozen Baruch Maoz en Arnold Fruchtenbaum uit. Interessant in de visie van Maoz is dat de sjabbat voor hem heilig is maar dat hij geen religieuze betekenis toekent aan de wijze waarop hij de sjabbat viert. Voor hém is dit een uitvloeisel van zijn Joodse identiteit, een identitymarker.
Richard Harvey
Het spreekwoord twee Joden drie meningen geldt helaas, of gelukkig, het is maar hoe je het bekijkt, ook voor Messiasbelijdende Joden. En de Thora is een onderwerp waarover de meningen wel heel erg uiteenlopen. Sommigen beschouwen de Wet van Mozes als achterhaald. Jesjoea heeft immers een nieuw verbond ingewijd. Het oude is verdwenen. De offerwetten zijn vervuld in de Messias en de civiele wetten waren alleen van belang voor het oude Israël. Slechts de universele morele wetten, uiteengezet in de tien geboden, zijn nog van kracht. Het onderhouden van de Wet van Mozes is daarom een dwaalspoor, een ontkennen van Gods genade en van de rechtvaardiging door geloof alleen. Men herbouwt zo de scheidsmuur van Ef. 2:14. Dit is de opvatting van bijvoorbeeld Arnold Fruchtenbaum.
Thea Ornstein
Shalom, wat een prachtig woord maar wat houdt het precies in?
Het woord shalom komt in het O.T. 350 keer voor en in het N.T. als eirènè ca. 100 keer, waarbij we dit wel moeten lezen en begrijpen tegen de Oudtestamentische achtergrond. Meestal wordt het vertaald met vrede maar een enkele keer ook met veiligheid. Maar daarmee is de betekenis niet geheel uitgedrukt. Je kunt het ook vertalen met ‘heelheid’. Het staat dan in tegenstelling tot gebrokenheid, een woord dat in de tegenwoordige theologie veel gebruikt wordt. Bijvoorbeeld ‘de gebrokenheid van de schepping’ of ‘de gebrokenheid van ons bestaan’.
Pieter A. Siebesma
We horen het al vele jaren: we zouden moeten ophouden met Grieks denken en in plaats daarvan Hebreeuws gaan denken. Niemand legt ons alleen uit hoe dat moet.
Om die reden schreef Pieter Siebesma het boekje ‘Pas op voor de Grieken!’. Hij baseerde zich daarbij grotendeels op een boek van ds. Rottenberg uit 1934 ‘Het semitisme en de West-Europese volkeren’. Semitisme definieerde Rottenberg als: elkaar goed behandelen, in overeenstemming met wat de Bijbel ons toont over God. Hij voorzag dat met het opkomend antisemitisme Europa zou terugzinken in het barbaarse heidendom van voordat de Bijbel haar daaruit ophief. Hebreeuws denken is volgens Pieter in wezen hetzelfde als Rottenbergs semitisme.
Opvallend is dus dat ‘Hebreeuws denken’ niet zozeer iets te maken heeft met het denken maar met het doen en laten van de mens (red.).
Thea Ornstein
Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen ...
Lezen Matth. 5:17-20.
In dit gedeelte, volgend op de Bergrede, geeft Jezus zijn uitleg over de Wet en de Profeten. In de Bergrede gaat het over gerechtigheid, maar over een andere dan die van de Farizeeën en Schriftgeleerden. Over de Wet en de Profeten heeft Hij een totaal andere mening dan zij; en Hij is heel duidelijk over de toepassing daarvan in het dagelijks leven. Met de term Wet en Profeten wordt het hele Oude Testament aangeduid. Onder de Wet worden de vijf boeken van Mozes verstaan, de Torah. Wet is alleen een onjuiste en ongelukkige vertaling.
M. W. Eberlé-Gotlib
De vorige maand stelden we u in het vooruitzicht het antwoord van Revd. C.A. Schönberger op de vraag waarom het jodendom de Messias niet kan herkennen. In de tussentijd vonden we in het commentaar op de Romeinenbrief van Marjorie Eberlé-Gotlib een nog duidelijker uitleg.
Tegelijk laat het zien hoe rijk degenen zijn die het geloofswerk van Jesjoea op Golgotha naar waarde weten te schatten.
De gebruikte Bijbelvertaling is de Herziene Statenvertaling.
Thea Ornstein
Een vorige maand maakten we in ons blad het nieuwe jaarthema De vreugde van het Evangelie bekend. In het openingsstuk kwamen toen drie aspecten van deze vreugde aan bod.
De allergrootste en belangrijkste gebeurtenis die ons de meeste vreugde schenkt is, denk ik, Goede Vrijdag, de belangrijkste dag van het jaar; een dag die ons hele leven goed maakt. In het hele evangelie gaat het immers om onze verlossing en daar staat Golgotha garant voor. Dit is de kern, de eigenlijke boodschap: de verzoening van onze schuld.
Marjorie W. Eberlé-Gotlib
In een artikel dat ik "to be or not to be" noemde, vermeldde ik in 1966 dat wij niet meer 'in' waren; de Messiasbelijdende Joden waren toen helemaal uit de mode. Een tijd lang waren wij namelijk 'het gat in de markt' geweest voor dissertaties, pocketboeken, lezingen, bijeenkomsten, thema's voor conferenties en andere theologische verhandelingen. Maar nog steeds is de diepste oorzaak van de belangstelling die groepen of enkelingen in de christenheid voor ons koesteren, dezelfde. Wij zouden een verlossend woord kunnen hebben in de grote verwarring die steeds verder om zich heen grijpt in onze geseculariseerde tijd. Bij ons zou mogelijk het houvast te vinden zijn waarnaar men op zoek is. Daarom wil men ons nu weer 'zien staan', zoals dat tegenwoordig heet.
Pagina 1 van 2