Marjorie W. Eberlé-Gotlib
Wij vertrouwen God soms zo weinig, we bidden wel om wonderen, maar durven vaak niet te geloven in gebedsverhoring. ‘Gebedsverhoring, dat zou te mooi zijn om waar te wezen’, zo redeneren we: Sint Nicolaas voor de surprises, maar dat mag niet van God worden verwacht! En toch lezen we in Mattheüs 7 over de gebedsverhoring:
“Bidt en u zal gegeven worden, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zult opengedaan worden”
Een van de dingen waar wij allen aan lijden is het gebrek aan geloof in gebedsverhoring. Men wil zelf te werkgaan, zelf, helemaal volgens eigen idee en opvatting. Maar het enige wat God van ons wil is dat we het niet zelf doen, maar met Hem. Wij spreken wel van een hemelse Vader in Christus, maar als we ons aan onze aardse vaders zo weinig gelegen zouden laten liggen als aan Hem, zou de wereld er nog veel ontevredener en eenzamer uitzien, vrees ik.
Marjorie W. Eberlé-Gotlib
In zijn rede over de laatste dingen en ook elders in de evangeliën heeft Jesjoea zeer duidelijk voorzegd dat er grote moeilijkheden voor de joodse Messiasbelijders zouden komen. We lezen dat bijvoorbeeld in Johannes 16:2:
“Men zal u uit de synagoge bannen; ja, de ure komt dat een ieder die u doodt zal menen Gode een heilige dienst te bewijzen.”
Marjorie W. Eberlé-Gotlib
In onderstaande brief van Marjorie W. Eberlé legt zij aan een vrouw die zij kende uit wat bekering is en hoe het leven er daarna uit ziet.
Als er kans is een uitstapje te maken of iets te doen wat ons aangenaam is, trachten wij alle bezwaren uit de weg te ruimen: “Waar een wil is, is een weg”, zeggen we dan. Maar als het de bekering betreft, dus geloven dat God je voor nu en de eeuwigheid behouden heeft (dat is dat je Zijn eigendom bent en Hij je blijft liefhebben en alles vergeeft), voor we dat simpelweg aannemen, zijn we onuitputtelijk in bedenkingen. Ik ga er enige noemen.
Pagina 2 van 2