Asaf Pelled is in een kibboets opgegroeid als een atheïstische Jood. Als hij het Nieuwe Testament leest, ontdekt hij dat het volgen van Jezus Christus hem juist meer Joods maakt. Bekijk zijn getuigenis: “Asaf Pelled, hoe Joods zijn en geloven in Jezus Christus”
Max Hart
Door de Tweede Wereldoorlog verloor Max Hart een groot deel van zijn familie, maar ontving hij het Evangelie. Tientallen jaren later ontkiemde het op het onderduikadres gestrooide zaad. Nu getuigt de joodse inwoner van Oldebroek in de sjoel van Elburg van de enige Naam die onder de hemel is gegeven tot zaligheid. „Alle mensen die interesse tonen, probeer ik het Evangelie uit te leggen.
''Voor de oorlog had Groningen een grote joodse buurt. Daar ben ik opgegroeid. We beseften goed dat we joden waren, maar in de synagoge kwamen we zelden. Alleen met Grote Verzoendag. Op vrijdagavond kregen we als kinderen gemalen kokosnoot met gemalen chocolade erdoor, en een zak met pinda’s. Dat was voor ons het hoogtepunt van sjabbat.
Dick Stichter
Mijn vrouw Aaltje en ik wonen inmiddels alweer 19 jaar in Oegstgeest, ‘onder de rook van Leiden’. Samen hebben we drie dochters gekregen en inmiddels vijf kleinkinderen. Sinds 2008 ben ik met emeritaat
Siegfried B. Stranders
Advocaat in ruste, de jongste broer van, schrijver van een boek over het proces Demjanjuk: “Vanaf dag één was ik erbij, een heel boeiende ervaring.” Aan het woord is Hadderech-lid Siegfried Bernhard Stranders.
Ik heb noch een Joodse noch een christelijke opvoeding gehad. Het feit dat ik geen Joodse opvoeding heb gehad, heb ik altijd als een gemis ervaren. Mijn ouders waren al voor mijn geboorte in 1948 tot geloof gekomen.
Ze gingen wel af en toe naar een kerk en nodigden ook wel mensen bij ons thuis uit om te spreken. Maar wij als kinderen werden daar niet bij betrokken en werden vrijgelaten in onze keuzes.
Mijn vader heette ook Siegfried en was niet zo spraakzaam over zijn geloof. Mijn moeder, Catharina Vogel, was het tegenovergestelde en sprak veel over haar geloof. Ze waren een soort communicerende vaten. Maar ondanks de grote verschillen zijn ze 56 jaar gelukkig getrouwd geweest.
Max Hart
Deze maand voelden we het 85-jarige Hadderech-lid Max Hart aan de tand over zijn Joods-christelijke identiteit. Hieronder zijn verhaal.
Op 8 mei1930 werd ik in Groningen geboren. Ons gezin bestond naast mezelf uit vader, moeder en twee zussen. Mijn vader heette Julius Hart en mijn moeder was een Jacobi. We woonden in de joodse buurt van Groningen en af en toe gingen we naar sjoel. Op sjabbes-avond kregen we als kinderen na het eten pinda’s en geschaafde kokosnoot met geschaafde chocola. Ik zat op een openbare school met veel andere joodse kinderen.
Als huidenhandelaar had mijn vader vrijstelling van tewerkstelling in Duitsland gekregen. Huiden waren namelijk belangrijk voor de legeruitrusting van de Duitsers.
Irene Fisher
Mijn naam is Irene Griffioen-Fisher en ik ben in Engeland geboren in een Joods gezin. Op school volgde ik algemeen onderwijs en één keer per week ging ik naar het cheider, een Joodse school waar ik Joods onderwijs kreeg en Hebreeuws leerde. Later, op de middelbare school, kreeg ik dagelijks les in het Oude Testament. In onze omgeving woonden geen andere Joden en er was geen synagoge.
In 1943 leerde ik mijn inmiddels overleden man kennen. Hij was bij de marine en is tot 1946 in Engeland gebleven. In die jaren hebben wij een relatie opgebouwd en in 1947 ben ik naar Nederland gegaan om zijn familie te leren kennen. Ik kreeg een baan in Rotterdam en in 1948 zijn we getrouwd. Samen gingen we naar de Chr. Gereformeerde kerk in Hilversum, deden daar belijdenis en ik werd gedoopt bij ds. I. de Bruyne (zie ook ‘de goede belijdenis’ in zijn boekje Pastorvaria).
Fia Natkiel
“Ik ben voor de oorlog in Amsterdam geboren. Mijn vader heette Isidoor Natkiel en was hoofdklerk bij de gemeentelijke woningdienst en mijn moeder was Clara Prins. Mijn beide grootvaders waren diamantslijper. Ik was de middelste van drie zusters. Mijn vader zat in het bestuur van een gymnastiekvereniging waar ik ook lid van was. Mijn oudste zus vertelde dat hij de Olympische Spelen in Amsterdam van 1928 had bijgewoond, als afgevaardigde van het bestuur. In 1938 overleed hij.” Aan het woord is Hadderech-lid Fia Benjamins uit Roosendaal.
Kugel met peren
Bij ons thuis werd er niets aan het geloof gedaan, ik ben echt liberaal opgevoed. We aten wel joodse gerechten. Mijn vader nam na het biljarten wel eens gemberbolussen mee en mijn moeder maakte soms kugel met peren. Brrr, daar moet ik nu niet meer aan denken, veel te zoet. Met de joodse feestdagen aten we extra lekker maar verder deden we niets aan het Joodse geloof.