Marc de Klijn

De kunstenaar Marc de Klijn was onlangs in Nederland in verband met de verschijning van zijn boek ‘Nieuw licht op oude woorden’. Sara van Oordt van Christenen voor Israël had hierover een vraaggesprek met hem dat uitgezonden werd via livestream op 13 mei.

Wie is Marc de Klijn?

Ik ben geboren in 1939 en ben een zoon van twee musici. Mijn vader was de violist Nap de Klijn. Mijn moeder was Alicia Heksch, een Oostenrijkse pianiste, die in 1920 al naar Nederland was geëmigreerd vanwege het antisemitisme in Wenen. Toen de oorlog uitbrak woonden we in Amsterdam in het pension van mijn grootouders. Aanvankelijk negeerden mijn ouders de maatregelen van de bezetter tegen de Joden om een ster te dragen en in het getto te wonen. Maar toen het te gevaarlijk werd hebben ze mij met de hulp van de ondergrondse kunnen onderbrengen bij pleegouders in Vianen. Die hebben mij tweeënhalf jaar lang liefdevol verzorgd. En zo ben ik heelhuids de oorlog doorgekomen. Ik denk dat in de onderduiktijd het zaadje van het geloof al is geplant, want mijn onderduikmoeder was gewoon om mij voor te lezen uit de kinderbijbel. Vooral de illustraties van Isings hebben ontzettend veel indruk op me gemaakt.
Ik ben Joods, maar van huis uit heb ik niets Joods meegekregen. Met Kerstmis hadden we een kerstboom en met Pasen beschilderden we eieren die we in de tuin verstopten. De synagoge werd nooit bezocht, de Bijbel nooit opengedaan. Toch werd ik op de lagere school gepest met mijn Joods-zijn. Ik kreeg de vreselijkste verwensingen naar mijn hoofd geslingerd of werd geduwd of in een greppel gegooid. Op een gegeven moment besloot ik om mijn Joods-zijn te verstoppen.
Toen ik in 1995 Auschwitz bezocht drong het pas echt tot me door wat het betekent om Joods te zijn, om te behoren tot het meest gehate volk ter wereld. Om het te verwerken heb ik vervolgens tien jaar lang werk over de Holocaust gemaakt.
In 2013 zijn mijn vrouw Henny en ik in Israël gaan wonen om daar te werken en kunstprojecten te realiseren. Ik ben heel blij dat we die stap gezet hebben, want ik heb het gevoel dat ik thuisgekomen ben.

Waar gaat je boek Nieuw licht op oude woorden over?

Niew licht op oude woordenMet ‘oude woorden’ bedoel ik de Bijbel, met name het Oude Testament. Veel christenen concentreren zich zo op het Nieuwe Testament, dat het Oude vaak verwaarloosd wordt. Men denkt: dat is niet meer relevant voor ons. Wat ik in dit boek geprobeerd heb is deze oude woorden weer tot leven te wekken.
Hoe ben je tot het schrijven van dit boek gekomen?
Toen we in 2013 in Israël waren komen wonen, heb ik het eerste jaar niet kunnen schilderen. Het was zo'n enorme verandering, van klimaat, van mensen; de hele manier van leven was totaal anders. Toen heb ik heel veel Bijbelstudie gedaan. En af en toe werd ik uitgenodigd om in een Messiaanse gemeente de parasja (het wekelijkse Thoragedeelte van de synagoge) te behandelen. Mijn uitleg van de parasja Re'ee bijvoorbeeld is een hoofdstuk geworden in dit boek. Ik ben blijven studeren en aantekeningen maken en op een gegeven moment was het een heel manuscript.

Wat is je bedoeling met het boek?

Ik vind het verschrikkelijk dat de Joden de hele geschiedenis door overal de schuld van hebben gekregen, zelfs van de coronacrisis. Die Jodenhaat heb ik willen bestrijden met dit boek. Ik hoop ook dat door mijn boek Joden zowel als christenen opnieuw leren lezen wat er in de Bijbel staat. Want beiden kennen de Schrift onvoldoende.
Christenen zijn vaak zó gefixeerd op de Messias dat het Joodse volk voor hen niet meer relevant is. Maar de verhalen, bijvoorbeeld over Abraham, Izaäk en Jakob, Jozef en Ezau hebben een diepe betekenis. En die probeer ik te achterhalen in dit boek. Zowel Joden als christenen kunnen wat leren uit de Schrift wanneer ze die nieuw en zonder vooroordelen gaan lezen. Dan kom je schatten tegen.
De Bijbel gaat niet alleen over Jezus Christus. Dat neemt natuurlijk niet weg dat Hij degene is die voor onze zonden is gestorven en dat we het aan hem te danken hebben dat we mogen opstaan in een nieuw leven.

Je roept mensen op om de Bijbel letterlijk te lezen. Doen we dat te weinig?

Ik denk dat we het helemaal niet doen. We lezen veel te vluchtig. We moeten secuur lezen. Wat staat er precies? En dat heeft niets te maken met de vertaling uit het Hebreeuws. Vertalingen maken wel eens foutjes maar de grote lijn komt in elke vertaling echt wel uit de verf.

Hoe lees je secuur?

Je moet eerst een stuk in zijn geheel lezen. En dan ga je per perikoop en per vers heel precies lezen. En als je er niet uitkomt ga je je niet wagen aan allerlei interpretaties. Dan moet je misschien naar een ander Bijbelgedeelte met hetzelfde woord dat het wél duidelijk maakt. Je moet er alleen de tijd voor nemen. Als je dat doet krijg je ook oog voor de psychologische bedding van de verhalen.
De Joodse manier van geloofsoverdracht is door middel van verhalen. Ik moet ook denken aan de chassidische verhalen van Martin Buber. Vroeger dacht ik: Het gaat alleen om Christus. Maar in die verhalen zit zoveel diepgang, zoveel psychologische wijsheid, zoveel zachtmoedigheid en bescheidenheid. Prachtig!

In je boek behandel je 16 van de 54 parasjot. Hoe heb je de keuze gemaakt?

De 16 heb ik zo gekozen dat de hele boodschap van de Bijbel daarmee samengevat wordt. En ik heb me afgevraagd: wat kan ik meedelen zodat het conflict tussen joden en christenen, zo mogelijk, weggewerkt wordt. Ik denk dat ik met dit boek een aanzet geef voor een begin van een oplossing.

Wat zou je willen aanbevelen als het gaat om een beter begrip tussen Joden en christenen?

Ten eerste vind ik dat mensen zich moeten abonneren op jullie blad Israël Aktueel, want jullie geven positieve berichten over Israël tegen de grote stroom in die anti-Israël is. Verder vind ik het boekje van Els van Diggele, De Misleidingsindustrie, een aanrader. Dat kan de ogen ervoor openen dat we bij de neus worden genomen als het gaat om de berichtgeving over Israël in de media. We worden bewust verkeerd voorgelicht, anti-Israël, en dat vind ik echt heel erg.
Ik vind ook dat men niet onverschillig, laat staan negatief, over Israël moet denken maar dat men vriendelijk, open, onbevooroordeeld en positief naar Israël moet kijken. Ik vind dat het land en de bevolking recht hebben op de zegen van mensen, en dat Israël de ruimte moet krijgen zich zo te ontwikkelen dat ze een zegen voor de wereld kan zijn.
Tenslotte denk ik dat je het Nieuwe Testament niet kunt begrijpen zonder grondige kennis van Tenach. Als in het Nieuwe Testament staat dat Jesjoea de hogepriester bij uitstek is, moet je uit het Oude Testament weten wat het betekent hogepriester te zijn; namelijk dat deze verzoening doet voor heel het volk.

Voor het complete interview zie onderstaande video: