Abraham Capadose

In het onderstaande laat Abraham Capadose zien dat we het toekomstig herstel van het koninkrijk van Israël mogen verwachten. Hij is daarbij voortdurend in gesprek met die christenen die van mening zijn dat Israël zijn roeping in de wereld met het voortbrengen van de Messias voltooid had (red.).

De beloften aan David en Salomo wachten op vervulling

Het koninkrijk van Israël zal opnieuw worden opgericht. Als we kijken naar het koninkrijk dat God aan David en Salomo heeft beloofd, merken we al snel dat de omvang en de duur ervan nog nooit zijn vervuld. Ze wachten dus nog op hun uiteindelijke vervulling. God zegt tegen David: “Je huis zal standhouden, en je koninkrijk zal eeuwig blijven bestaan; je troon zal voor altijd vaststaan” (2 Samuël 7:16). En over Davids zoon staat: “Ik zal zijn koninklijke troon over Israël voor altijd vestigen” (1 Kronieken 22:10).

Let op: hier gaat het niet om een geestelijk koninkrijk, zoals dat van Jezus na zijn hemelvaart - toen Hij zei: “Mij is alle macht gegeven in hemel en op aarde.” Het gaat duidelijk om een koninkrijk over een specifiek volk: Israël. De profetie over dat Israëlitische koninkrijk wacht dus nog op vervulling. Het moet nog steeds opnieuw worden opgericht.

Daarom raakte de koninklijke dichter David, geïnspireerd door de Heilige Geest, vaak in vervoering als hij dacht aan de zegenrijke toekomst van dat koninkrijk. Dan liet hij zijn verheven lofliederen klinken. Alle profeten spreken er ook over: dat koninkrijk zal zich uitstrekken van zee tot zee, en van de rivier tot de uiteinden van de aarde.

Jezus bevestigt de verwachting van zijn discipelen

Het is eigenlijk overbodig om de ontelbare teksten uit het Oude Testament te herhalen. Laten we nu niet zeggen wat zo vaak gezegd wordt, namelijk dat dit allemaal geestelijk bedoeld is, en dat het Koninkrijk al begonnen is sinds Jezus’ verhoging. Niemand kan ontkennen dat Israël op grond van alle beloften van de profeten een zichtbaar, nationaal koninkrijk terecht verwachtte - en nog steeds verwacht.

Onze Heere Jezus wees in Handelingen 1:6 deze verwachting ook niet af als aards of vleselijk. Toen de discipelen Hem vroegen: “Here, zult U in deze tijd het koninkrijk voor Israël herstellen?” gaf Hij niet als antwoord, zoals bij andere vragen: “Jullie dwalen, omdat jullie de Schriften niet begrijpen.” Nee, Hij zei alleen dat het tijdstip en de wijze van herstel in de hand van de Vader ligt - maar Hij corrigeerde hun verwachting niet. Hij bevestigde dus dat hun uitleg van de vele profetieën hierover juist was: er komt een herstel van het koninkrijk voor Israël.

Het Koninkrijk, “niet van deze wereld” - maar wel op aarde
Sommigen zullen misschien zeggen: ‘Maar Jezus zei toch: Mijn koninkrijk is niet van deze wereld?’ Dat klopt. Maar Hij zei ook tegen zijn discipelen: “Jullie zijn niet van de wereld” (Johannes 15:19). Toch waren zij wél op aarde. Daarmee bedoelt Hij dat hun leven afkomstig was van God. Zo geldt het ook voor Zijn koninkrijk: het komt niet uit de wereld voort, maar dat wil niet zeggen dat het niet op aarde zal zijn. Het gaat hier om de oorsprong van het koninkrijk, niet om de plaats.

Het innerlijke Koninkrijk sluit het uiterlijke niet uit

Sommigen wijzen ook op Jezus’ uitspraak: “Het Koninkrijk van God is binnen in u”, om aan te tonen dat het alleen geestelijk is. Wij willen die geestelijke waarheid zeker niet Koninkrijk op aardeontkennen. Maar het één sluit het ander niet uit. Dat het hart van de zondaar vernieuwd moet worden, is geen tegenspraak met het geloof dat ook zijn lichaam eens vernieuwd zal worden.

Zo ook hier: wij ontkennen niet dat Jezus koning is in ons hart, dat Hij met Zijn Geest onze zondige neigingen overwint en innerlijk regeert. Maar dat sluit niet uit dat Hij eens ook zichtbaar op aarde zal regeren. Als wij de letterlijke vervulling verdedigen, betekent dat niet dat we de geestelijke verloochenen. We willen alleen dat de geestelijke uitleg de letterlijke niet uitsluit. Alle beloften aan Israël hebben zeker ook een geestelijke betekenis, maar als men de letterlijke betekenis negeert, vervalt men in een onrealistisch wensbeeld.

We concluderen uit dit alles dat het koninkrijk van Israël, volgens de beloften, op Gods tijd weer zal worden opgericht!

Uit: A. Capadose, De toekomst van Israël (1849).

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van mei 2025