Thea Ornstein
In 1975 hadden we met ons gezin plannen om naar Nes Ammim te gaan. We wilden graag een aantal jaren in Israël gaan wonen en hadden inmiddels verscheidene contacten opgebouwd en hadden er ook familie. Bovendien hadden we er ook een half jaar in een kibboets gewerkt.
Het bestuur van Nes Ammim belegde voor ons een speciale vergadering om alles door te praten, zoals achtergrond, motivatie, gezinssituatie enz.. Het gesprek verliep prettig en constructief, we hadden het gevoel dat het door zou gaan. Zo spoedig mogelijk zouden we officieel bericht krijgen van het bestuur. Wat schetst onze verbazing toen we na een paar weken een brief op de mat vonden met de mededeling dat onze gezinssamenstelling te groot zou zijn en dat dit de doorslaggevende reden was om ons als gezin niet toe te laten. Tijdens ons gesprek was ik ruim over de helft van mijn derde zwangerschap, ik neem aan dat dat zichtbaar was en onze twee dochters waren erbij. Verbijsterd konden we alleen maar concluderen dat dit een enorme smoes was om niet te hoeven zeggen dat de ware oorzaak mijn Joodse achtergrond was die duidelijk aan de orde was gekomen tijdens ons bovengenoemde gesprek. Latere contacten met bestuursleden leverden niets op, men bleef bij zijn standpunt. Het heeft even geduurd voor we onze teleurstelling verwerkt hadden en we konden inzien dat we voor een nog grotere teleurstelling gespaard waren gebleven.
Overigens zou enkele jaren later een ander, niet-Joods, Hadderech-gezin met vijf (!) kinderen wél toegelaten worden in Nes Ammim. Interessant detail: bij terugkomst in Nederland, enkele jaren later, gingen zij over tot het jodendom!
Naschrift redactie:
Enkele jaren later zou een ons bekend niet-Joods gezin met vijf kinderen wél toegelaten worden in Nes Ammim!