Dr. Victor Buksbazen
Lezen Matth. 26:17-19 Jodendom en christendom zijn even onlosmakelijk verbonden als zaad en bloem, of boom en vrucht. Nergens is deze relatie duidelijker dan bij de Pesachmaaltijd van de Joden en het avondmaal dat onze Heer instelde toen Hij en Zijn twaalf discipelen aan de Pesachtafel zaten.
Alleen in het licht van het Nieuwe Testament kunnen we het Joodse Pesach ten volle verstaan, terwijl de diepste betekenis van de maaltijd van de Heer niet gepeild kan worden zonder de historische achtergrond van het Joodse Pesach. Pesach en Pasen vallen vaak samen, maar er is ook een diepere geestelijke samenhang, een eenheid tussen beiden. Waar de bevrijding van Israël uit Egypte het centrale punt in de Joodse geschiedenis en eredienst is, is Golgotha dat voor het christelijk geloof. Op Golgotha werd immers het verlossingswerk volbracht.
Slaven waren wij in Egypte
Nadat de vader zijn handen gewassen heeft en hij de zegen over de wijn heeft uitgesproken, begint de lange, gezongen vertelling van het verhaal van Gods bevrijding van Zijn volk uit Egypte. “Slaven waren wij in Egypte ...”. Twee uur lang vertelt hij hierover in detail. Want het is een goed werk, een verdienste om Gods machtige daden uitgebreid te vertellen. De armen en hongerigen worden uitgenodigd om te komen en mee te doen.
Bij het tellen van de tien plagen die God over farao deed komen, doopt de vader zijn vinger in de beker, zodat bij elke plaag een druppel wijn valt. Alleen één ding, het wezen van Pesach, ontbreekt - het lam, dat familiegewijs geslacht en opgegeten moest worden. Pesach zonder lam is als een bruiloft zonder bruid. Wat de Joden vandaag de dag vieren is eigenlijk ook geen Pesach maar het Feest van de Ongezuurde Broden.
Toch verheugt het volk zich, denkend aan wat God voor hun voorouders deed, door hen te bevrijden uit de slavernij en hen tot een nieuw volk, onder Gods leiding, te maken, en hen naar het beloofde land te brengen.
Jaar na jaar, nu al zo'n 35 eeuwen, herhalen de Joden het verhaal met onfeilbare regelmaat, en getuigen van God ten overstaan van de naties. En telkens putten zij hernieuwde hoop en kracht, die hen dragen door al het lijden en alle vervolging van de elkaar opvolgende jaren. Hij die Zijn volk bevrijdde van farao, Haman, de Hitlers en Stalins, zal hen onder geen omstandigheid in de steek laten.
Pesach - het verhaal van bevrijding, voorbode van een toekomstige grotere verlossing, voertuig van onvergankelijke Messiaanse hoop.
Die laatste Pesachmaaltijd in de bovenzaal
Op de berg Zion in Jeruzalem bevindt zich een oud huis met een kamer, cenakel genoemd. Dit is de ‘bovenzaal’ waar de Heer Jezus en zijn twaalf discipelen hun Pesachmaaltijd aten. Daar was het dat Jezus het allerheiligste gebruik onder christenen instelde, de maaltijd des Heren, de herdenking van zijn dood, opstanding en terugkeer. Het was hier in deze bovenzaal dat Pesach zijn echte en diepste betekenis kreeg.
Laten we in gedachten teruggaan. Hoe vurig had hij ernaar verlangd om het Paaslam vóór zijn lijden met hen te eten. Daar zaten zij bijeen om het Pascha te vieren, zoals God bevolen had in Exodus 12. Maar welk een nieuw leven werd nu ingeblazen in dit oude gebruik door Degene die de definitieve werkelijkheid was van de Pesach-geschiedenis. Nu werd de volle betekenis van Israëls bevrijding uit Egypte ontvouwd. Hier was het Lam van God, in de persoon van de Messias, die op het punt stond Zijn bloed te vergieten aan het kruis, opdat allen die in Hem geloven bevrijd zouden worden uit het Egypte van zonde en duisternis en in staat zouden worden gesteld een nieuw leven te beginnen als kinderen van God.
Een van de vele symbolische handelingen van de Pesachmaaltijd is het eten van de ‘afikoman’. Het is het stuk van de middelste van drie matses dat de vader aan het begin van de maaltijd genomen en verdeeld heeft over de familieleden. Dezen hebben het verstopt en aan het eind van de maaltijd weer tevoorschijn gehaald. Evenzo nam de Heer Jezus een brood, sprak de zegen uit, brak het en verdeelde het onder zijn discipelen, zeggende: “Neem, eet, dit is mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt.” - 1 Cor. 11:24
De rode wijn op de Pesachtafel herinnert aan het bloed van het lam, dat de kinderen van Israël van de dood redde. Onze Verlosser dronk ook van die wijn, nadat hij een zegen had uitgesproken. Hij gaf het aan Zijn discipelen en zei: “Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed.” - 1 Cor. 11:25
Hij zelf was de uiteindelijke werkelijkheid van wat het Pesachlam oorspronkelijk wilde overbrengen. Het is Zijn bloed dat zowel Joden als niet-Joden redt van de dood en van de eeuwige veroordeling, en de gelovige tot een kind van God maakt.
De verworpen steen die tot een hoeksteen werd
Aan het einde van de Pesachviering wordt het hallel, de lofzang, gezongen, de Psalmen 113-118. In Psalm 118:21-24 vinden we de woorden:
“Ik zal U loven, omdat U mij verhoord hebt en mij tot heil geweest bent. De steen die de bouwers verworpen hadden, is tot een hoeksteen geworden. Dit is door de Heere geschied, het is wonderlijk in onze ogen. Dit is de dag die de Heere gemaakt heeft, laten wij op deze dag ons verheugen en verblijd zijn.”
Deze woorden hebben onze Heer en Zijn discipelen ook gezongen want we lezen: “En toen zij de lofzang gezongen hadden, vertrokken zij naar de Olijfberg.” – Matth. 26:30
In de mond van onze Heer krijgen de woorden van deze Psalm een opmerkelijke betekenis. Hij zelf was namelijk de steen die de bouwers verwierpen en de hoeksteen en het fundament van Gods machtige bouwwerk, Zijn koninkrijk.
De Messias, de alfa en omega, het heiligdom van God in wie mensen van alle tijden en van elk volk een toevluchtsoord en vrede voor hun ziel gevonden hebben.
Maar het verhaal van Pesach en van de maaltijd van de Heer zou onvolledig zijn zonder Zijn opstanding. Wanneer het bij het kruis geëindigd was, dan zou daarmee een einde zijn gekomen aan een prachtig maar tragisch leven. Maar de Messias stond op, als overwinnaar over de dood, opgewekt door de kracht van God, overeenkomstig Zijn belofte dat Hij hem in het graf niet zou verlaten en niet zou toelaten dat Zijn heilige ontbinding zou zien. - Psalm 16:10
De Messias is opgestaan, als eersteling, alle gelovigen verzekerend dat we, indien we in Hem sterven ook zullen leven, door Hem en met Hem:
“Christus ís opgewekt uit de doden en is de eersteling geworden van hen die ontslapen zijn. Want zoals de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een mens. Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.” - 1 Cor. 15:20-22
Het verhaal van Pesach en van de kruisiging en opstanding van de Heer Jezus overdenkend, moet ik denken aan de woorden van de geliefde discipel: “Zie, hoe groot de liefde is die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd, en we zijn het ook!” - 1 Joh. 3:1
Zie, hoe groot de liefde is die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd, en we zijn het ook!
Uit: The Gospel in The Feasts of Israel (1958)
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van april 2023