Joop Akker
lezing tijdens studiedag CIS in Ede op 23 november 2016
Verantwoording
Omdat de andere inleiders van vandaag hebben het over de Joodse (Bijbelse) feesten en hun relevantie voor kerk hebben, leek het mij aardig om het over de christelijke feesten te hebben. En te laten zien dat dit eigenlijk ook Joodse feesten zijn.
Even voorstellen.
Mijn naam is Joop Akker. Mijn ouders waren Joods en zijn in de oorlog tot ervan overtuigd geraakt de Jezus de Messias is. Dankzij hun onderduik bij christenen. Om de dagen door te komen schilderde mijn moeder Bijbelteksten op plankjes. Haar onderduikvader was klompenmaker. De plankjes waren gemaakt van het afvalhout. Van mijn moeder heb ik een diep ontzag voor de Bijbel meegekregen. Wat ik vanmiddag tegen u ga zeggen is het voorlopige resultaat van een leven lang studeren in deze Bijbel met behulp van vooral Joods-christelijke leermeesters.
Christelijke feesten zijn Joodse feesten
Kerstmis
Als we het over christelijke feesten wil ik beginnen met het Kerstfeest en wat er zoal in verband met Jezus’ geboorte over hem gezegd werd. De engel Gabriël bijvoorbeeld die tegen Maria zegt: “Zie u zult zwanger worden en een zoon baren. God zal hem de troon van zijn vader David geven en hij zal over het huis van Jacob heersen tot in eeuwigheid.”
Wie worden bedoeld met het huis van Jacob? Het lijkt mij dat dat het Joodse volk moet zijn. De Nieuwtestamentische gemeente wordt namelijk voor zover mij bekend nergens met Jacob aangeduid. Jacob was immers de naam die Israël’s aartsvader droeg voor zijn bekering.
Wat mij ook opvalt is die “troon van zijn vader David” die Jezus van God gaat krijgen. Wie was David? Waar stond zijn troon? En over welk volk was hij koning? Dat was toch ook het Joodse volk? Het lijkt me dus alleszins gerechtvaardigd om het geboortefeest van de Messias een Joods feest te noemen.
Goede Vrijdag
Het tweede christelijke feest waar ik de aandacht op wil vestigen is Goede Vrijdag. Wanneer Jezus op de dag van zijn kruisiging voor Pilatus staat, vraagt die hem: “Bent u de koning der Joden?” Jezus antwoordt daarop niet met nee, hoe komt u erbij. Maar in de bescheidenheid die zo kenmerkend voor hem was, antwoordt hij met “gij zegt het.”
En voor wie stierf hij? Dat is natuurlijk voor iedereen, voor de Joden en ook voor een niet-Jood als de gevangenisbewaker van Filippi tegen wie Paulus zegt: “Stel uw vertrouwen op de Heer Jezus en u zult behouden worden, u en uw huis.”
Maar Jezus stierf als koning der Joden toch in de eerste plaats voor de zonden van zijn eigen volk. Dat die zonden velen waren weet een ieder die het Oude Testament gelezen heeft. Heel opmerkelijk in dit verband zijn de woorden van Kajafas tegen zijn collega’s in het Sanhedrin:
“Het is in uw belang dat één mens sterft voor het volk en niet het hele volk verloren gaat.” En om de diepe waarheid van zijn woorden te onderstrepen voegt de evangelist hieraan toe dat Kajafas dit niet uit zichzelf zei maar als hogepriester van dat jaar.
Pasen
Het volgende feest is het paasfeest. Het heeft er alle schijn van dat Jezus uit de dood opstond, ook als de koning der Joden. Dat leid ik af uit zijn 40-dagen durende catechisatie aan zijn leerlingen over al wat het koninkrijk Gods betrof. Aan het einde van die periode hadden zijn leerlingen maar 1 vraag: “herstelt gij in deze tijd het koningschap voor Israël.”
Wat mij hier opvalt is dat Jezus de discipelen niet terechtwijst omdat ze een verkeerde vraag gesteld zouden hebben. Hij antwoordt alleen met de woorden: “Het is niet uw zaak om de tijden en gelegenheden te kennen die waarover de Vader de beschikking aan zich gehouden heeft.” Daarmee geeft hij m.i. impliciet aan dat de vraag goed was en dat hij na zijn opstanding uit de dood de koning der Joden was gebleven. Dus wat mij betreft is Pasen ook een Joods feest.
Pinksteren
Komen we tenslotte bij het pinksterfeest. Die dag dat de Heilige Geest werd uitgestort op alle vlees, zoals de apostel Petrus zegt tegen de Joden en andere bewoners van Jeruzalem. Het wordt ook wel eens de geboortedag van de kerk genoemd. Dat lijkt me helemaal juist maar het zijn in eerste instantie toch vooral Joden over wie de Geest vaardig zal zijn geworden. Om de gebeurtenis te duiden haalt Petrus niet voor niets de profeet Joël aan die over en tegen het Joodse volk gesproken heeft.
Tot zover mijn behandeling van de christelijke feesten die dus in eerste instantie volgens mij Joodse feesten zijn.
Het beloofde herstel van Israël
De geschiedenis is alleen anders gelopen en na Jezus’ hemelvaart is er weinig uitgekomen van alle heerlijke beloften in verband met de Messias voor het Joodse volk.
Integendeel, het grootste deel wees de Messias af, het volk werd verdreven uit haar land, werd vaak vervolgd en zwierf de hele wereld over op zoek naar een veilige plek. En nu we weer een eigen land hebben lijkt het koningschap van de Messias over Israël niet dichterbij gekomen.
De Kerk heeft daaruit vaak geconcludeerd dat het joodse volk ofwel een mislukt project van God moet zijn geweest. Of dat het met het voortbrengen van de Messias haar roeping volbracht zou hebben.
Een andere misvatting is geweest dat de aangehaalde beloften geen betrekking hebben op het Joodse volk maar op een geestelijk Israël. Men bedoelt dan de kerk.
Nu geloof ik ook in een geestelijk Israël. Maar dat is niet de kerk maar zal een geestelijk herboren Joods volk zijn. Het volk dat beschreven wordt in de laatste hoofdstukken van de Bijbel. Dat in het nieuwe Jeruzalem woont, met de 12 poorten waarop de namen staan geschreven van de twaalf stammen van de kinderen Israëls.
En de Kerk dan?
En de kerk dan? Waar zullen degenen zijn die in de loop der eeuwen bij de Messias van Israël zijn gaan horen? Die zijn daar ook. Dat kan niet anders. Paulus schrijft dat de gemeente van de Messias op enig moment hem tegemoet zal gaan in de lucht en voor altijd bij hem zal zijn. Dus ook in het Nieuwe Jeruzalem.
Dat is het feest waar kerk en Israël beiden naar uitzien. Het laatste christelijke feest dat óók een Joods feest zal blijken te zijn.
In het Nieuwe Jeruzalem zal zichtbaar worden dat de heer der kerk en de koning der Joden dezelfden zijn.
Want ik geloof in een God die trouw is aan wat hij beloofd heeft en de macht heeft om wonderen te doen!
De auteur is bestuurslid van Hadderech