De rebbe van Koretz zei: “Het is heel gepast om te huilen tijdens de Hoge Feestdagen. Want zo laten we zien dat we, ondanks al onze schijnbare wijsheid en geleerdheid, als hulpeloze kinderen zijn, die huilen wanneer ze iets nodig hebben.”
De rebbe van Dzikov legde de zin uit die altijd gezegd wordt aan tafel bij Rosh Hasjanah: “Moge het de wil zijn van God dat we het hoofd worden en niet de staart.” Hij las het Hebreeuwse woord voor hoofd, rosh, als de beginletters van de volgende woorden: La’asot Ratson Avinoe Sje-basjamajiem, ‘om de wil te doen van onze hemelse Vader’.
Rabbi Joshua van Dzikov vertelde het volgende verhaal: “Tijdens de Krim-oorlog stond tsaar Nicolaas op een bastion om de slag om Sebastopol gade te slaan. Een soldaat zag een granaat aankomen en trok de tsaar naar beneden. Dankbaar vroeg de tsaar aan de soldaat: “Wat kan ik je geven voor het redden van mijn leven.” “Ik verzoek u om me onder een andere korporaal te plaatsen, omdat mijn huidige superieur mij slecht behandelt.” “Dwaas, die je bent”, antwoordde de tsaar. “Waarom vroeg je me niet om zelf korporaal te mogen worden?” “Precies zo”, vervolgde de rebbe, “mogen wij God dingen vragen tijdens de Hoge Feestdagen. Maar in plaats dat we hem vragen de Verlosser te sturen vragen we hem om kleinere gunsten.”
De Lubavitcher rebbe droomde in de nacht van Rosh Hasjanah dat hij naar buiten keek en een menigte mensen zich naar de synagoge zag haasten. Hij zei tegen zichzelf: “De Hemel zei geprezen, ik hoef me niet te haasten en bang te zijn voor deze oordeelsdag. Heb ik niet het hele jaar Torah gestudeerd en mijn gebeden trouw gezegd?” Hij was nog niet uitgesproken of hij zag een gescheurde juten zak en hoorde een stem roepen: “Dit zijn je goede daden van het afgelopen jaar.” Hij stond snel op en rende, hevig verschrikt, naar sjoel.
De rebbe van Berditschev zocht een sjofarblazer voor Rosj Hasjanah. Er waren veel sollicitanten en hij vroeg ze allemaal naar hun mystieke gedachten tijdens het blazen. Geen antwoord bevredigde hem, totdat een man het volgende zei: “Rabbi, ik ben ongeletterd en ik weet niets van mystieke gedachten. Maar ik heb vier dochters die een man moeten krijgen en ik heb geen geld voor een bruidsschat. Daarom denk ik, wanneer ik de sjofar blaas: ‘Och Heer der wereld, ik heb mijn plicht gedaan door sjofar te blazen. Doet u nu ook uw plicht en stuur me waardige partners voor mijn dochters.’” De rebbe van Berditschev stelde hém aan als sjofarblazer.
Uit: Hasidic Anthology, Louis I. Newman, Schocken Books.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van oktober 2019