Thea Ornstein
Weer is een jaar voorbijgegaan. Wanneer we het overzien was het een woelig jaar voor ons land en ook voor de volkerenwereld, met als dieptepunt op zeven oktober de verschrikkelijke nachtmerrie in Israël die helaas nog niet voorbij is.
Wat houdt het ons bezig en wat hebben we er een vragen bij. Hoe zal het verder gaan? Bij alle onduidelijkheid is een ding wel duidelijk: Israël komt steeds meer alleen te staan te midden van de volkeren dezer wereld. De tegenstander van God doet zijn werk. Het lijkt erop dat Israël langzaam maar zeker weggemanipuleerd zal worden, maar dat is maar schijn; het zal niet gebeuren. Als we Zacharia 12:2-9 lezen moeten we constateren dat de vervulling van deze belofte naderbij lijkt te komen. Israël kan zichzelf uit de militaire bedreiging door alle volken in de wereld niet op eigen kracht redden. Daarom zal de Heer zelf ingrijpen (12:9).
Te dien dage zal Ik zoeken te verdelgen alle volken die tegen Jeruzalem oprukken.
Voor zijn gerichten gebruikt God de natuurelementen: water, vuur en wind. Wij lezen dat in Psalm 104:4. Met de zichtbare tekenen wordt de hele wereld dagelijks geconfronteerd, het zijn de tekenen die als weeën aan de wederkomst van de Messias voorafgaan. De nacht is vergevorderd, de dag is nabij. Laten we daarom biddend wakker en nuchter zijn en hoopvol uitzien naar Zijn komst, voor Israël en voor ons, misschien nog wel in onze dagen.
Moge 2024 voor ons allen een gezegend jaar zijn.
De schrijfster is bestuurslid van Hadderech
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van jan-feb 2024.