Simeon Klompmaker
Mijn oma was elf jaar toen de oorlog uitbrak en net als Anne Frank groeide ze op in Amsterdam. Haar naam was Victorina Roosje Jacobs en ze was een kleindochter van Abraham en Esther de Lange-Cracau, een familie uit Elburg. Haar andere opa was Victor Jacobs, een neef van Aletta Jacobs.
Ze had een oudere zus en broer en hun ouders hadden een winkel. Toen de Duitsers Amsterdam binnenvielen schrok ze er van dat veel mensen de Hitlergroet brachten.
Net in de dagen dat de eerste Joden op transport werden gezet werd ze twaalf jaar: bat mitswa. Ze was teleurgesteld dat haar tante afbelde, maar de sfeer richting Joden werd steeds grimmiger. In de zomer van 1943 werd vrijwel al haar familie opgepakt, op transport gezet en vermoord. Ook haar zus werd bij een razzia opgepakt. Mijn oma had ervan gehoord, ging snel naar het station, floot steeds een herkenningssignaal en na een tijdje kwam er uit een wagonspleet van de wegrijdende trein een hand met daarin de sjaal die haar zus op haar laatste verjaardag had gekregen.
Twee maanden later kon Victorina onderduiken bij Jan Spronk in Oldebroek, na eerst een slechte onderduik-ervaring elders. Een jaar later was daar een razzia en konden de onderduikers op de boerderij ternauwernood ontsnappen door zich te verstoppen in een hooiberg. Een paar maanden later kwamen er weer Duitsers en werd Jan Spronk verhoord. Oma overnachtte ergens in een kippenhok en kreeg later onderdak op nog twee andere onderduikadressen. Na de bevrijding kwam het besef dat ze er alleen voor stond en haar familie kwijt was. In 1948 trouwde ze met Bart Klompmaker, bij wiens ouders ook Joodse onderduikers waren geweest.
Haar eigen woorden: “Jan Spronk handelde vanuit zijn geloof. Hij las vrijwel altijd voor uit het Oude Testament. Alleen met Kerst las hij een gedeelte voor uit het Nieuwe Testament. Dan wilde ik eigenlijk wel van tafel weglopen […] Na de oorlog heb ik de Here Jezus leren kennen, maar ik blijf in de genen altijd een Jodin. Ik ben bij de Vrije Evangelische gemeente Oldebroek tot geloof gekomen.”
In 1995 is haar verhaal voor het eerst te boek gesteld in Oldebroek in Oorlogstijd, schuilplaats voor vreemdelingen (Wezep 1995).
Victorien Klompmaker (1929-2017) was lid van Hadderech.
Zie ook het artikel op Elburg in oorlogstijd.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van mei 2022