Poerim is een Bijbels vreugdefeest ter herinnering aan de redding van het Joodse volk van de vernietiging van alle Joden in het Perzische rijk, die Haman gepland had. Het feest valt altijd op de 14e Adar. Dit jaar is dat 20 maart. 

In het rijk van koning Ahasverus - in onze geschiedenisboeken bekend als Xerxes 1 – leefden de Joden “verstrooid en afgezonderd” (Esther 3:8). Vanwege een conflict tussen de koning en zijn gemalin Vasti gaf de koning bevel een tweede echtgenote voor hem te zoeken. De koning werd toen verliefd op de mooie Joodse Hadassa Bat Abigaïl uit het huis van koning Saul; haar Perzische naam was Esther. Haar oom Mordechai was niet erg gelukkig met de hele zaak en daarom vroeg hij zijn nichtje niet haar afkomst en haar volk bekend te maken.



Vóór de ziekte toeslaat ligt het medicijn al klaar

God strekt zijn reddende hand altijd van te voren uit. Vóór de ziekte toeslaat heeft Hij het medicijn al klaar. Zo bereidde God Mozes 40 jaar vóór de uittocht uit Egypte al op zijn taak voor. Ook in onze dagen trof de zionistische beweging al voorbereidingen in het vaderland - Erets Jisraeel - voordat de Sjoa de oprichting van de staat Israël noodzakelijk maakte.

Zo liet God ook Mordechai een samenzwering tegen de koning ontdekken. Dit werd in de kronieken van de koning opgeschreven (Esther 2:23) hetgeen pas later tot voordeel van de Joden bleek te zijn.

Zowel op de vooravond als op de ochtend van de 14e Adar wordt in de synagogen de hele Esther-rol gelezen. Bij dit vrolijke feest worden cadeautjes uitgewisseld en er wordt speciaal gedacht aan de arme gezinnen.

Als Poerim-gebak worden de driehoekige bros gebakken Hamansoren gegeten. De Talmoed wijst op de plicht bij Poerim wijn te drinken in plaats van water en zich te verkleden. Men verkleedt zich omdat Mordechai in pronkgewaad op een paard door de stad reed in plaats van de Jodenhater Haman. Hiermee wisselde het lot (poer) ten gunste van de kinderen Gods.

Overgenomen uit Hadderech, maart 2000. Auteur onbekend