Dr. A. Saphir
“Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden.”
Het woordje ‘en̕ herinnert ons eraan dat de mens niet alleen elke dag brood maar ook dagelijks vergeving nodig heeft. Het eerste deel, de vierde bede van het Onze Vader, wijst ons erop dat we mensen, het tweede dat we zondaren zijn.
Vergeving ontvangen
Sommige christenen zijn van mening dat het van ongeloof zou getuigen wanneer we voortdurend om vergeving zouden vragen omdat God ons op Golgotha de volkomen vergeving van onze zonden geschonken heeft.
Maar is het wel mogelijk voor een gelovige om zijn zonden níet te belijden en om géén vergeving te vragen? Als je een misstap begaat tegenover iemand van wie je houdt, dan kan het toch niet anders of je wilt hierover spreken? Alleen de herinnering aan schuldvergiffenis hoe vast en volkomen die vergeving ook is, is toch niet voldoende?
De droefheid over het feit dat we voortdurend zondigen zou verslappen wanneer we niet stil staan bij het feit dat we elke dag onze schuld vergroten.
Daarom praktiseert de gemeente van alle tijden en alle plaatsen het dagelijks belijden van schuld en het bidden om vergeving.
Maar lof zij de Here. Hij is niet alleen een Gever maar ook een Vergever. Hij geeft ons het meest wanneer Hij ons vergeeft. Vergeving is het dagelijks brood voor onze zielen. God vergeeft ons onze ongerechtigheden en delgt onze overtredingen uit omwille van zijn Naam (Jes. 43:25).
Vergeving doorgeven
Aan het gebed om vergeving voegt de Messias toe: “zoals ook wij vergeven onze schuldenaren”. Wat betekent het woordje ʽzoalsʼ?
Worden Gods vergeving en die van ons met elkaar vergeleken? Wij vinden het altijd moeilijk om te vergeven, laat staan te vergeten. Ons geduld is gauw op en vergeven doen we vaak meer uit noodzaak dan uit genegenheid.
Of is Gods vergeving afhankelijk van ons vergeven? Dat lijkt in strijd met het feit dat we de vergeving van onze zonden ontvangen alleen door te vertrouwen op de verdiensten van de Messias. Aan de andere kant onderstreept Jezus het belang van de vergeving van onze naaste. Aan het einde van het Onze Vader licht hij deze bede er als enige uit en voegt hij eraan toe: “Want indien u de mensen hun misdaden vergeeft, zo zal uw hemelse Vader ook u vergeven; maar indien u de mensen hun misdaden niet vergeeft, zo zal ook uw Vader uw misdaden niet vergeven (Matth. 6:14).”
Het vergeven van onze naaste lijkt een onmogelijke opdracht maar toch is het mogelijk.
Wanneer we drinken van het water des levens zullen stromen van levend water uit ons binnenste vloeien (Joh. 7:38). We ontvangen genade om genadig te wezen. God wil ons vergeving schenken. De Messias vergaf degenen die hem kruisigden en God wil dat we Jezus̕ voorbeeld volgen. De aarde moet het beeld van het hemelse dragen. Er is geen andere weg voor de aarde om weer in harmonie met de hemel te komen dan dat de mens Gods genade aanneemt en in zich laat worden tot een fontein van genade. Genade die vergeeft, verdraagt, geneest en zegent.
“Uw wil geschiede op aarde, zoals in de hemel”. Dat kan alleen wanneer genade in het hart van de mens regeert, net zoals zij dat doet op de hemelse troon.
Kinderen van God en discipelen van de Messias zijn te herkennen als uitverkorenen van God wanneer ze zich bekleden “met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef elkaar. Zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen (Col. 3:12, 13).”
Vrij naar: Het Onze Vader, Dr. Adolph Saphir.
Dit artikel stond in het maandblad Hadderech van november 2016.