Dr. Gershon Nerel
Het zal u niet ontgaan zijn dat de staat Israël dit jaar 70 jaar bestaat. De komende maanden willen we in dit blad nagaan hoe Messiasbelijdende Joden vroeger en nu tegen deze staat aankeken.
“De reden dat Messiasbelijdende Joden de Joodse staat omarmen, is dat ze hopen dat hun mede-Joden hen daardoor als bona fide Joden zullen gaan beschouwen, die alleen in geloofsopzicht van hen verschillen.” Dit veronderstelde de socioloog Z.B. Sobel in 1968, dit jaar precies 50 jaar geleden. De Israëlische geleerde Gershon Nerel, die veel onderzoek gedaan heeft naar de geschiedenis en theologie van Messiasbelijdende Joden in Israël, zelf Messiasbelijdend Joods, laat in onderstaand essay zien dat Sobel’s veronderstelling onjuist is.
Zionisten van het eerste uur
Joodse christenen behoorden tot de eersten die het moderne Zionisme steunden, zeker wanneer men zich georganiseerd had in verenigingen. Zo lezen we in The scattered nation van 1866, het orgaan van de Hebrew Christian Alliance of England, in datzelfde jaar opgericht: “We kunnen en zullen het land van onze voorvaderen niet vergeten en het is ons verlangen om vaderlandslievende gevoelens te koesteren en met onze nobele voorouders te zingen: ‘Wanneer ik u vergeet, o Jeruzalem, zo vergete mij mijn rechterhand.’” In die Alliance (vereniging), exclusief voor en door Joodse christenen, voelden alle leden zich samengebonden door een nationale band. Zion was hun inspiratiebron, aangezien Jeruzalem voor het eerst sinds de tijd van de apostelen weer op het wereldtoneel verschenen was.
Van meet af aan oriënteerden Joodse christenen binnen hun verenigingen zich op de Joodse volgelingen van Jezus van de eerste eeuw. Want het was in Zion dat de eerste Joodse gelovigen in de Messias de Heilige Geest ontvangen hadden, en zich de waarheid van de Hebreeuwse Bijbel hadden toegeeigend.
Het is daardoor dat we vanaf de 19e eeuw Joodse christenen tegenkomen die oproepen tot de zuivering van de ‘Griekse en Romeinse kerk’ en deze willen vervangen door een Hebreeuwse Kerk, liefst opererend vanuit Zion zelf. “De kerk van Rome heeft immers Rome op de plaats van Jeruzalem gesteld” (The scattered nation 1868).
Om hun hoop gestalte te geven werden plannen gesmeed voor een modelboerderij in Palestina. Ze wilden deze onderdeel laten uitmaken van de Alliance en het operationele centrum in het land der vaderen laten zijn.
In een ander Londens tijdschrift, verschijnend in de jaren 1870, kwamen uitdrukkingen voor als: “Hervestiging van Israël in hun eigen land.” The Hebrew Christian Witness and Prophetic Investigator, zo heette het, was een Joods-christelijk tijdschrift dat uitgegeven werd door en uitsluitend bijdragen publiceerde van patriottische Joodse gelovigen. Zionistische verlangens kregen er een centrale plaats en er werd zelfs aandacht besteed aan de toekomstige verdeling van het land onder de twaalf stammen.
Joods-christelijke steun voor Herzl
Een ander periodiek, The Everlasting Nation, dat in de jaren 1880 in Londen uitkwam, ademde op bijna elke bladzijde nationalistische gevoelens. Een voorbeeld: “Er is een land dat wacht op een volk en een volk dat wacht op een land; de erfenis van het volk, door een verbond aan de aartsvaders gegeven.”
En zo werd de term Messiaanse Zionist geboren. Voor zover ik weet werd deze voor het eerst gebruikt in 1900, in een Joods-christelijk document, aangeboden aan het Vierde Zionistische Congres in Londen. Maxwell Ben-Oliel, president van de Hebrew Christian Alliance and Prayer Union (HCA&PU) in Londen, was de initiatiefnemer van een officiële oproep aan Dr. Theodoor Herzl en de andere leiders van de Zionistische beweging. In dit document werd aan Herzl Joods-christelijke hulp aangeboden bij “zijn oprechte inspanningen voor het herstel van een Joodse staat.” Herzl werd vergeleken met Nehemia en hij kon verzekerd zijn van hun gebeden voor de verwezenlijking van zijn plannen. Ben-Oliel stond niet alleen. Hij werd enthousiast gesteund door veel andere Joodse christenen die Ben-Oliel aanmoedigden een actieve en niet alleen een hopende en biddende Zionist te zijn. Feitelijk werd hem gevraagd “een beweging van Joods-christelijke Zionisten te beginnen”. Zo werden praktische Zionistische uitgangspunten in de statuten van de HCA&PU opgenomen.
Messiaanse Zionisten in het land Israël
Lord Balfour las in 1925 ter gelegenheid van de opening van de Hebrew University op de berg Scopus zijn ‘Tweede Balfour-verklaring’ voor. Dit werd door Joodse christenen die in het toenmalige mandaatsgebied Palestina woonden, en erbij aanwezig waren spontaan omarmd. Vijf maanden later bracht S.B. Rohold, een inwoner van Jeruzalem, verslag uit over zijn deelname aan en indrukken van deze unieke gebeurtenis aan de eerste conferentie van de International Hebrew Christian Alliance in Londen. Rohold’s Zionistische sympathieën kunnen nauwelijks overschat worden. Hij beschrijft gedetailleerd zijn goede relaties met de Zionistische leiders in Palestina.
Voordat hij zich in het land Israël vestigde had Rohold in 1915 de Amerikaanse Hebrew Christian Alliance opgericht. En als de eerste president ervan had hij zich al systematisch beziggehouden met het streven van het Zionisme. Het was deze Alliance die in 1920 Hyman Jacobs, een andere actieve Messiasbelijdende Jood, als haar vertegenwoordiger naar het heilige land afvaardigde. Jacobs was een groot voorstander van de herbouw van een Joods nationaal tehuis in het beloofde land. Deze zou een pluralistische basis moeten hebben en een breed scala aan godsdienstige overtuigingen moeten omvatten: “Chassidisch, Mitnaged (anti-Chassidisch), Reform, Messiaans, Karaïtisch en atheïstisch.” Bovendien schreef Jacobs trots in een pamflet dat hij zelf had uitgegeven dat hij regelmatig grote sommen gelds overmaakte aan Zionistische fondsen, het Joods Nationaal Fonds (bekend van de wit-blauwe busjes) en Keren Hajesod (tegenwoordig de Collectieve Israël Actie, red.).
Bron: Dr. G. Nerel, Messianic Jews and the Modern Zionist Movement.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van april 2018