Dr. Pieter A. Siebesma

Uit oude Joodse geschriften weten we dat het jodendom twee verschillende Messiassen verwachtte: een zegevierende Messias, zoon en afstammeling van koning David, die eenmaal als koning over de wereld zal heersen vanuit Jeruzalem, en een lijdende Messias. De tweede Messias is een priester, afstammeling van Jozef, de oudste zoon van Rachel. Volgens sommige uitleggers zal hij lijden en uiteindelijk sterven (en volgens sommige bronnen ook weer opstaan uit de dood). Lang heeft men gedacht dat slechts een minderheid van het Joodse volk een lijdende Messias verwachtte. Maar nieuwe studies laten zien dat dat niet juist is.

Het lijden van de Messias is niet slechts een voetnoot in de Joodse geschriften, maar een essentieel onderdeel van het beeld van de Messias van de eerste eeuw tot aan de Verlichting in de achttiende eeuw toe.[1]

Waarom twee Messiassen?

De eerste Messiaanse tekst uit de Bijbel is Gen. 3:15 over de vijandschap tussen het zaad van de slang en het zaad van de vrouw. Zowel de christelijke als de oudste joodse bronnen leggen dit messiaans uit. In deze tekst wordt de overwinning op de Satan benadrukt, maar is er ook sprake van lijden. De slang vermorzelt de hiel van de Messias. Dat slaat op Zijn lijden, en volgens sommige uitleggers ook op Zijn dood. In deze tekst is sprake van één persoon.

Dat Joodse Bijbeluitleggers tot de conclusie zijn gekomen dat er twee - van elkaar verschillende - Messiassen zullen komen, is begrijpelijk. Het Oude Testament spreekt immers over twee facetten van de Messias die moeilijk met elkaar zijn te verenigen. Enerzijds stelt Zach. 12:10 dat zij (de inwoners van Jeruza­lem) Hem (de Messias) “zullen aanschouwen, dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene”. In Jes. 52:13 – 53:12 wordt gesproken over een lijdende knecht die door allen geminacht zal worden. Anderzijds schildert Psalm 2:7‑9 het beeld van een Messias die de heidenen zal verpletteren met een ijze­ren knots en hen zal stukslaan als pottenbakkerswerk.

Hoe kan een Koning lijden en doodgaan? Veel Oudtestamentische teksten spreken over de Messias als de zoon van David. Maar men vond ook Messiaanse voorzeggingen in profetieën over Jozef, de oudste zoon van Rachel. Vandaar dat men de Messias ook als zoon van Jozef ging zien, die zou lijden. Deze lijdende Messias vonden de Joodse Bijbeluitleggers met name terug in Gen. 49 en in Deut. 33.

Messiaanse beloften voor Jozef in Gen. 49

In Gen. 49 zegent Jakob zijn zonen. Gen. 49:22 e.v.: “Jozef is een jonge vruchtbare boom, een jonge vruchtbare boom bij een bron”. De jonge vruchtbare boom is volgens hen de wijnstok en deze wordt zo weer verbonden met andere Messiaanse passages over de wijnstok. In Psalm 80: 15-17 wordt ook over de wijnstok gesproken: “O God van de legermachten keer toch terug; kijk neer uit de hemel en zie. Zie om naar deze wijnstok, de stam die Uw rechterhand geplant heeft, en dat om de Zoon die U voor Uzelf sterk gemaakt hebt. De wijnstok is met vuur verbrand, is afgeknapt.” De kanttekeningen bij de Statenvertaling betrekken dit op de Messias. Ook volgens Joodse uitleggers is deze psalm die over Jozef en zijn nageslacht gaat (zie vers 2 en 3) Messiaans. De wijnstok is dan de stam Jozef en zijn afstammeling is de Messias, de zoon van Jozef.

Messiaanse beloften voor Jozef in Deut. 33:13-17

Messiah ben JosephIn Deut. 33:13-17 zegent Mozes Jozef. Vers 17: “Hij heeft de pracht van de eerstgeborene van zijn rund, en zijn horens zijn horens van de wilde os, daarmee zal hij volken stoten, allemaal, tot aan de einden der aarde…”. . . Oude joodse verklaringen laten dit slaan op de toekomstige Messias, Jozef wordt hier met de eerstgeborene van zijn rund vergeleken. Zij verbonden dit met Num. 18:17: “ Maar het eerstgeborene van een rund …….mag u niet vrijkopen: ze zijn heilig. Hun bloed moet u op het altaar sprenkelen en hun vet moet u in rook laten opgaan, als een vuuroffer, als een aangename geur voor de HEERE.” (zie ook Lev. 22:27). Zij trokken daaruit de conclusie dat de Messias zal lijden, zijn bloed vergoten zal worden en hij zal sterven.

Er zijn weinig christelijke uitleggers die deze tekst ook Messiaans uitleggen. Toch is dit een tekst die je op Christus kunt betrekken. Immers beide aspecten komen naar voren: de Messias zal eerst lijden en sterven (gesymboliseerd door “de eerstgeborene van het rund” en daarna koning worden (gesymboliseerd door de wilde os). De wilde os is de oeros, een ontzagwekkend dier, die even ver van de gewone koe afstaat als de leeuw van onze huiskat.

Op veel plaatsen in het Oude Testament waar gesproken wordt over een rund of een wilde os, legden Joodse uitleggers dit Messiaans uit en betrokken dit op de Messias de zoon van Jozef. Bijv. in Ps. 92:10,11: “Maar U zult mijn hoorn opheffen als die van een wilde os, ik ben met verse olie overgoten. Mijn oog zal de val aanschouwen van hen die mij bespieden; mijn oren zullen horen wat de kwaaddoeners overkomt die tegen mij opstaan.” Volgens hen gaat het hier om de Messias zoon van Jozef. Maar vanuit onze optiek zou het beter passen bij één persoon. De Messias zal immers na zijn lijden de vijanden overwinnen (gesymboliseerd door de hoorn van de wilde os)

De lijdende Messias in de tijd van het Nieuwe Testament

In de tijd van het Nieuwe Testament verwachtte men niet alleen een Messias die als zoon van David in Jeruzalem zou regeren, maar ook een Messias, zoon van Jozef, die zou lijden. Het is logisch om aan te nemen dat eerst de lijdende Messias zou komen. Waarom was het voor de discipelen dan zo moeilijk te accepteren dat Jezus moest lijden. Zij hadden dat kunnen weten. Wanneer Jezus de Emmaüsgangers ontmoet, zeggen zij tegen Hem: “en wij hoopten dat Hij (Jezus) het was die Israël zou verlossen.” En Jezus antwoordde hen “O onverstandigen en tragen van hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben! Moest de Messias dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan? En Hij begon met Mozes en al de profeten en legde hen uit wat in de Schriften over Hem geschreven was.” (Lukas 24: 21, 25-27)

Here, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?

Waarom geloofden zij niet dat Hij was opgestaan, ook al werd het hen verteld? (Luk. 24:11) De voornaamste reden is dat zij niet wilden dat Jezus zou sterven. Dat valt te begrijpen. Het land Israël zuchtte onder de Romeinse overheersing en men wilde niets liever dan daarvan bevrijd zijn. Men wilde geen wrede en onvoorspelbare keizer in Rome, maar een koning, zoals koning David, die in recht en gerechtigheid zou heersen. Tijdens Jezus’ hemelvaart vragen zijn discipelen Hem: “Here, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?” Dat dit een legitieme vraag is, blijkt uit Jezus’ antwoord. Alleen God bepaalt wanneer het de tijd is dat Jezus als zoon van David terugkeert om zijn koningschap in Jeruzalem op zich te nemen.

[1] Zie: David C. Mitchell Messiah ben Joseph, Campbell Publications 2016.
In dit artikel beschrijf ik het Joodse denken over een lijdende Messias van de eerste eeuw voor Christus tot de vierde eeuw na Christus.

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van april 2022