David Baron
Het is dit jaar precies 100 jaar geleden dat David Barons ‘The servant of Jehovah’ verscheen, zijn commentaar op Jesaja 53 - en op de samenvatting ervan in Jes. 52:13-15. Onderstaand plaatsen we een samenvatting van Barons commentaar op de genoemde samenvatting.
We hebben daarbij dankbaar gebruik gemaakt van de vertaling die vorig jaar verscheen bij Comité Gemeentehulp Israël.
De profetie van Jesaja 52:13-15 en Jesaja 53 bestaat uit drie gedeeltes. In het eerste deel (Jesaja 52:13-15) introduceert God Zijn dienstknecht, met de bedoeling om de aandacht van de gehele mensheid op Hem te vestigen. Dit inleidende gedeelte is eigenlijk een samenvatting van de hele profetie.
Het tweede gedeelte bestaat uit vers 1-9 van hoofdstuk 53. Hierin vinden we vooral de klaagzang en de schuldbelijdenis van het berouwvolle Israël van de toekomst, wanneer de Geest van genade en gebeden over hen wordt uitgestort en hun ogen geopend worden - wanneer ze Hem zullen zien die zij doorstoken hebben.
Het derde gedeelte, de laatste drie verzen, gaat in op het zegenrijke gevolg van het lijden van de Messias: de heerlijkheid die volgt.
“Zie, mijn knecht” (Jes. 52:13)
De profetie begint met het woord הִנֵּה, hinneh. Door dit kleine woordje trekt God door de Schrift heen de aandacht van de mens en nodigt hem uit zich te verdiepen in zaken die voor hem van het allergrootste belang zijn. Hier wil Hij onze aandacht vestigen op Zijn geliefde en eniggeboren Zoon, die als een dienstknecht wordt afgebeeld.
“Hij zal verstandig handelen”
Deze dienstknecht van Jehovah, zo lezen we, “zal verstandig handelen”. De eerste betekenis van het werkwoord השְׂכִּיל, hiskil, is ‘verstandig handelen’, maar omdat verstandig handelen meestal ook tot voorspoed leidt, heeft dit werkwoord soms de betekenis van ‘voorspoedig zijn’. [1]
Hier in Jesaja 52:13 wordt het gebruikt in verband met de taak die aan Hem is toevertrouwd. “Hij zal verstandig handelen” en zijn belangrijke taak op deskundige wijze volbrengen. Het is een soort verzekering vooraf dat de vreugde van de Heere door hem tot stand gebracht zal worden.
“Hij zal verhoogd en verheerlijkt worden”
Vervolgens lezen we dat Hij verhoogd zal worden, ja zeer hoog verheven zal worden. Een oude rabbijnse Midrasj legt de tekst als volgt uit: “De Messias zal verheven worden boven Abraham en boven Mozes en hoger zijn dan de engelen die God dienen.”
Ik denk wel eens dat de geïnspireerde schrijver van de Hebreeënbrief de idee van deze Midrasj in gedachten had toen hij zo prachtig schreef over de heerlijkheid van de Messias. Hij laat zien dat Christus groter, hoger en beter is dan de engelen, dan Mozes, dan Jozua, dan Aäron en het priestergeslacht dat uit hem is voortgekomen:
Hij is verheven boven Mozes omdat Hij “de middelaar is van een beter verbond, gegrondvest op betere beloften”, dat ons bevrijdt uit een veel hardnekkiger slavernij dan de slavernij van Egypte. Zijn “wet van de Geest van het leven” is in onze harten geplant en stelt ons in staat tot God op een nieuwe manier te gehoorzamen - een gehoorzaamheid die niet bewerkt kon worden door de letter van de Wet die slechts gegraveerd was in steen.
En Hij is hoger dan de engelen: “Want tegen wie van de engelen heeft God ooit gezegd: Zit aan Mijn rechterhand, totdat ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten?”
Het Nieuwe Testament vertelt ons over de heerlijke vervulling van dit vers in onze Heer Jezus Christus. “Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd, ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende” (Fil. 2:9-11; Ef. 1:20-23).
Maar na Jes. 52:13, dat ons als het ware een voorproefje van Zijn heerlijkheid laat zien, krijgen we ook iets te zien van het dal van verdriet en lijden dat de dienstknecht van Jehovah eerst zal moeten doorstaan. Ik zal de teksten letterlijk vertalen.
“Zoals velen zich over u ontzet hebben” (52:14)
“Zoals velen zich over u ontzet hebben - zo misvormd, verminkt was Zijn gezicht, meer dan van iemand anders, en Zijn gestalte, meer dan van andere mensenkinderen - zó zal Hij vele heidenvolken besprenkelen” etc..
Door middel van deze krachtige woorden wil Gods Geest ons iets laten zien van de diepte en de intensiteit van het plaatsvervangende lijden van onze Verlosser en van de hoge prijs die betaald is om ons vrij te kopen. En als we dat doen, moge ons hart dan vervuld worden met schaamte en verdriet om de zonde die daar de oorzaak van was, maar nog meer met liefde, en dankbaarheid jegens Hem die dat alles voor ons droeg!
De meeste Bijbelgeleerden vertalen יזה, jazzeh, niet met besprenkelen maar met “opschrikken” of “doen opspringen” omdat men dit beter vindt passen bij het voorgaande vers. Ik kies voor “besprenkelen” omdat het Hebreeuwse woord doorgaans die betekenis heeft. Specifiek wordt het gebruikt voor het sprenkelen van het bloed ter verzoening en het water tot reiniging (zie bijv. Lev. 4:6; 14:7; 16:14-19). Ik zou het vreemd vinden als er in deze inleidende samenvatting niet ook verwezen werd naar de priesterlijke, verzoenende taak van de Dienstknecht, die in het volgende deel van de profetie centraal staat.
“Koningen zullen vanwege Hem sprakeloos staan” (52:15)
Maar zoals Zijn vernedering en lijden groot waren, groter dan die van ieder ander, zo zal ook de heerlijkheid die uit dit lijden voortkomt onvergelijkelijk zijn. Koningen zullen vanwege Hem sprakeloos staan. Ze zullen vol verwondering en ontzag zijn. Want ze zullen nu zien en begrijpen wat door geen enkel mens aan hen verteld was. “Zij zullen zich voor U neerbuigen, omwille van de Heere, die getrouw is, de Heilige van Israël, die u verkozen heeft.” (Jesaja 49:7)
De koningen zullen zien dat degene die door mensen vernederd was door God zélf uitgekozen is. Al hun gekonkel en inspanningen ten spijt zal Zijn koninkrijk baan breken en overwinnen. En deze koningen zullen van hun troon opstaan als teken van eerbied en onderwerping en hun trouw betuigen door zich in aanbidding voor Hem neer te buigen. Allemaal omwille van de Heere, die trouw is aan Zijn verbonden en beloften, de Heilige van Israël, die nooit op Zijn woord terugkomt en die - door het aannemen en bevestigen van het werk van Zijn dienstknecht aan de hele wereld zal laten zien dat Hij Hem heeft uitgekozen!
Tot op zekere hoogte is deze voorzegging al vervuld. Hij heeft Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en Hem een Naam geschonken boven alle naam.
Maar we zien ook uit naar het moment waarop Hij die veracht was en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, erkend wordt als Koning over de hele aarde; wanneer Hij zal heersen tot de einden der aarde en alle koningen zich voor Hém zullen neerbuigen en alle heidenvolken Hém zullen dienen! (Ps. 72:8-11)
[1] Het wordt ook gebruikt voor David (1 Sam. 18:14), Salomo (1 Kon. 2:3) en voor de Messias in Jer. 23:5.
Bron: D. Baron, de dienaar van JHWH, 2021. Het boek is verkrijgbaar bij Comité Gemeentehulp Israël en IPC.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van juli-augustus 2022