Joop Akker
De kinderen van de Ds. E. du Marchie van Voorthuijsenschool in Urk zetten zich het afgelopen schooljaar in voor hun leeftijdsgenootjes van de Messiasbelijdende Makor HaTikvahschool in Jeruzalem.
Ook de plaatselijke ondernemers droegen hun steentje bij. Op 16 juni sloot de school een jaar lang actievoeren af met het mooie bedrag van €15000.
Een maand eerder, op 16 mei, nam de gemeenteraad van Urk unaniem een motie aan waarin zij stelt dat ‘grote steden in Nederland geen veilige plek meer zijn voor Joodse Nederlanders’. Ook sprak zij uit dat ze ‘de Joodse gemeenschap een warm hart toedraagt en leden van de Joodse gemeenschap en Joodse instellingen te allen tijde welkom zijn om zich op Urk te vestigen’.
De band tussen de gemeente Urk en Israël is sinds 7 oktober vaak zichtbaar geweest, zoals door Israëlische vlaggen in de straten. Ook was er een bijeenkomst op 8 oktober bij de vuurtoren waarop de Israëlische vlag werd geprojecteerd en waarbij het Hatikwah werd gezongen.
De innige band tussen Urk en het Joodse volk - in 2019 besloot de gemeenteraad van Urk tot het aangaan van een stedenband met de Israëlische steden Jeruzalem en Gedera - gaat terug tot de 19e eeuw. In die tijd werkten veel Urker meisjes bij Joodse gezinnen in steden als Amsterdam. De meisjes werden als familie behandeld en volledig betrokken bij het Joodse leven en de feesten. De Tweede Wereldoorlog maakte hier een einde aan. Slechts drie vrouwen uit de 43 Joodse gezinnen waar Urker meisjes hadden gewerkt overleefden de Holocaust. Dit leidde tot groot verdriet en een diepgeworteld gevoel bij de Urkers om iets terug willen te doen. Verschillende steuncomités voor Israël werden opgericht, vaak geleid door voormalige dienstmeisjes.
De redactie van Cvandaag vroeg diverse Urkers bij wie de Israël-vlag uithing naar hun motivatie. Paulus de Boer, één van hen, zei: “Velen van ons geloven in de God van Israël. God zegt dat Israël Zijn volk en oogappel is. Als je dan aan die oogappel komt, kom je ook aan de gelovigen van de God van Israël. Tegelijkertijd kunnen we niet veel meer doen dan bidden en de banier opsteken. Maar dat wordt ontzettend gewaardeerd door onze vrienden in Israël.”
Bronnen: cvandaag en andere websites.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van juli-augustus 2024