Baronesse Ruth Deech

Twee november was het precies 100 jaar geleden dat minister van buitenlandse zaken Arthur James Balfour een brief stuurde aan Engelands vermaarde inwoner Baron Lionel Walter Rothschild. Hierin schreef hij dat de Engelse regering het plan voor een Joods thuisland in het toenmalige Palestina zou steunen. Deze brief zou de geschiedenis ingaan als de Balfour Declaration. Op 5 juli werd in het House of Lords, de Engelse Eerste Kamer, een debat  gehouden tussen voor- en tegenstanders van de Balfour Declaration. In dit artikel de bijdrage van Hogerhuis-lid Lady Ruth Deech-Fränkel.

 

Geachte leden van dit huis, in de Balfourverklaring werd gesproken over het behoud van bepaalde rechten voor niet-Joden in Palestina en voor Joden in andere landen. De Arabieren die in Israël bleven, maken nu ongeveer 20% van de bevolking uit. In totaal 17 Arabieren vervullen hogere functies als leden van de Knesset, rechters, professoren en legerofficieren. Zij delen in gelijke rechten.

Maar in de nasleep van de oprichting van de Staat Israël werden 800.000 Joden verdreven uit de landen in het Midden-Oosten. De meesten van hen vestigden zich opnieuw in Israël. Dit in tegenstelling tot de opzettelijke veronachtzaming van de Palestijnse vluchtelingen, die afgewezen werden door de landen waar zij wonen. Van de UNRWA en andere Arabische landen moest hun status als ‘arme vluchtelingen’ en pionnen in stand worden gehouden.

Vóór de stichting van Israël waren er honderdduizenden Joden in Marokko, Algerije, Egypte, Irak en Libië. Waar zijn zij nu? Alle Joden zijn weg, op een handvol na – uitgezuiverd en verdreven, en dat in strijd met de Balfourverklaring.

Wat betreuren wij, en wat vieren wij?

We betreuren dat de staat Israël niet tien jaar eerder uitgeroepen werd. Dat zou grotendeels de Holocaust hebben kunnen voorkomen. We betreuren het Witboek van 1939 dat nagenoeg alle Joodse immigratie naar Palestina tegenhield toen die zo nodig was. We betreuren dat het antisemitisme springlevend blijft, nu vaak onder de dekmantel van anti-Zionisme – een uiterst merkwaardig verschijnsel wanneer men bedenkt dat er geen anti-Turk’isme bestaat, of anti-China’isme of anti-Saoedi’isme om maar enkele beruchte voorbeelden van onderdrukking van de eigen bevolking te noemen.

Wij vieren zelfbeschikking voor het Joodse volk na duizenden jaren van verstrooiing en vervolging. We vieren het verwonderlijke succes van Israël; haar wereldwijde leidende positie in innovatie, haar dertien Nobel Prijswinnaars; de ontwikkeling van vele zaken; van de Intel-processor tot de vijf minuten-batterijoplader van de mobiele telefoon; van röntgenfoto’s zonder schadelijke straling tot het ontzilten van zeewater; van counseling van Bedoeïenen op genetisch gebied (ter voorkoming van inteelt) tot een ontharingsapparaatje. We vieren de diversiteit en vrijheid van meningsuiting van Israël.

Dit alles heeft de Joden bevrijd en hen trots gegeven. Het heeft laten zien wat een vervolgd volk kan presteren wanneer het het lot in eigen hand neemt in een kleine staat.   

Bron: https://hansard.parliament.uk. Vertaling Evelien van Dis.

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van november 2017