Thea Ornstein

Een vorige maand maakten we in ons blad het nieuwe jaarthema De vreugde van het Evangelie bekend. In het openingsstuk kwamen toen drie aspecten van deze vreugde aan bod.
De allergrootste en belangrijkste gebeurtenis die ons de meeste vreugde schenkt is, denk ik, Goede Vrijdag, de belangrijkste dag van het jaar; een dag die ons hele leven goed maakt. In het hele evangelie gaat het immers om onze verlossing en daar staat Golgotha garant voor. Dit is de kern, de eigenlijke boodschap: de verzoening van onze schuld.

 

Daarna werd het Pasen: ónze opstanding door de opstanding van de Messias. Tot in alle schuilhoeken van de Schrift gaat het om het offer van de Mensenzoon, van het donker naar het licht, naar Zijn verrijzenis. Als we in Zíjn opstanding geloven, geloven we ook in die van ons! De dood heeft niet het laatste woord in ons bestaan, want we hebben een Heer die ons het eeuwige leven schenkt. We hebben het nu al ontvangen.
De Messias zegt tegen zijn discipelen in Joh 3:36:

“Wie in de Zoon gelooft, hééft eeuwig leven.” En er volgt een verrassende omschrijving: “Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus die Gij gezonden hebt.”


Het uiten van onze vreugde

We weten dat de Getrouwe troont op de lofliederen van Zijn volk en dat zijn er vele. Maar hoe kunnen we onze vreugde uiten? Door ons spreken bijvoorbeeld en ons gebed; door onze manier van leven, door erover te schrijven, ook door poëzie; door de schilderkunst. Maar ook door muziek te maken en te zingen.

En over deze laatste twee staat de Bijbel vol, van het begin tot het eind. De eerste musicus is Jubal. Hij is de vader geworden van allen die citer en fluit bespelen (Gen 4:22).
En in Ex:15 zingt Mozes met het volk dat prachtige loflied aan de Schelfzee, waarna Mirjam zingend de tamboerijn ter hand neemt. En alle vrouwen gaan in reidans achter haar aan nadat de farao met al zijn wagens en ruiters in zee verdronken zijn.
Bij alle feesten, herdenkingen en wekelijks op sjabbat worden er lof- en dankliederen gezongen. En bij de viering van het Loofhuttenfeest staat als bevel: “Gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht des Heren.”


Muziekinstrumenten

Een grote verscheidenheid aan instrumenten vinden we in de Bijbel. De meeste zijn van cipressenhout gemaakt, lezen we in 2 Sam. 6:5 waar de ark overgebracht wordt naar Jeruzalem: David en het gehele huis van Israël dansten voor het aangezicht des Heren, onder begeleiding van allerlei instrumenten van cipressenhout, citers, tamboerijnen, rinkelbellen en cimbalen, het zgn psalterion. Verder vinden we nog de fluit (ook wel vertaald als orgel), de trommel en de speciale tiensnarige harp. En in Dan 3:5 lezen we dat bij de inwijding van het beeld dat koning Nebukadnezer had opgericht er ook op de doedelzak gespeeld werd. Meer dan 50 keer worden er muziekinstrumenten in de Bijbel genoemd.

Psalmen zingen

En als we het over zingen gaan hebben denken we dan niet allemaal aan de 150 psalmen? Eigenlijk zijn het er 149 want psalm 14 en psalm 53 zijn immers hetzelfde.
Koning David op de harpWat een rijkdom vinden we hierin aan lof, aanbidding, en vertrouwen. Loven is openlijk uiting geven aan onze dankbaarheid.
Messiaanse psalmen, lofliederen van David, en liederen waarin hij, verkerend in moeilijkheden, toch eindigt in vertrouwen op God die verlossing geeft, waardoor zijn hart weer juicht. Er zijn er veel te noemen, maar we hebben nog een jaar te gaan met dit thema en hopelijk willen anderen hierover ook een aandeel leveren.

Psalm 118 Graag wil ik ook onze jaarlijkse Sederviering noemen waar we de psalmen van het klein- en groot Hallel met elkaar zingen. Het zijn stuk voor stuk lofliederen op Gods grote daden, aan Zijn volk bewezen. Vooral psalm 118 neemt daar zo'n bijzondere plaats in. Je krijgt een beeld hoe het toeging in Jeruzalem tijdens Pesach, als alle pelgrims van heinde en ver toegestroomd zijn naar het tempelplein. Men is in afwachting van het opengaan van de poorten, die toegang gaven tot de ruime voorhoven van de tempel. Door muziek en zang en het brengen van offeranden zal de bevrijding gevierd worden in een grootse eredienst.
Daar verschijnt de hogepriester in zijn feestelijk gewaad en wordt het stil. Zijn stem klinkt over het tempelplein: “Looft de getrouwe, want Hij is goed!” De duizenden pelgrims antwoorden eenparig: “Ja, Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid!” Achter de hogepriester staat het priesterkoor opgesteld. Vóór de hogepriester bevinden zich de pelgrims, onder wie ook veel buitenlanders die belangstelling hebben voor het jodendom, de ‘jodengenoten’. In deze psalm worden ze genoemd ‘zij die de Here vrezen’.
De hogepriester zingt: “Laat Israël nu zeggen: zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid!” Dan is het priesterkoor aan de beurt. En tenslotte zingen alle jodengenoten: “Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid!”

Als je dit in gedachten meemaakt, de ene stem die oproept en de duizenden stemmen die antwoorden, krijg je zin om mee te doen en had je daar ook graag bij willen zijn; wat een belevenis!
De Messias heeft deze psalm ook gezongen tijdens zijn laatste sederviering, ook vers 5 waar staat: “Uit de benauwdheid heb ik tot de Getrouwe geroepen. Hij heeft mij geantwoord en in de ruimte gesteld.” In weinig woorden een aangrijpend relaas.

Het was een moeilijke geboorte van het volk Israël, vanuit de slavernij in Egypte in de vrijheid. Maar wat zal het geweest zijn voor de Messias toen Hij deze woorden zong, wat ging er door hem heen? Voor zover wij weten was dit het laatste dat hij zong voor zijn sterven. Hij wist wat Hem te wachten stond. Zijn Vader heeft zijn geroep gehoord, zijn gebed verhoord en Hem op Paasmorgen in de ruimte gesteld.

Psalm 118 eindigt zoals hij is begonnen. De hogepriester zingt: “Looft de Getrouwe want Hij is goed.” En het verloste slavenvolk antwoordt: “Ja, zijn goedertierenheid, dat is overvloeiende goedheid, is tot in eeuwigheid.”
Zo bezingt Israël op zijn bevrijdingsfeest die overvloeiende goedheid van God. En wij mogen daarmee instemmen. Dat we ook in ons nieuwe verenigingsjaar met elkaar de lofzang gaande mogen houden.

Reactie Simeon:
SimeonToen mijn ouders trouwden – ik was er zelf niet bij – was de centrale tekst in de dienst Psalm 118 vers 24: “Dit is de dag die de Here gemaakt heeft. Laten wij juichen en ons verheugen.” Deze tekst past natuurlijk heel goed bij het jaarthema de vreugde van het Evangelie. Het belicht vooral één kant van deze vreugde, namelijk Gods aanwezigheid in het hier en nu. Dit is de dag… Een tekst die goed past bij een bruiloft maar eveneens goed past bij het idee dat het leven, elke dag, een geschenk van God is. Zelf heb ik echter misschien wel meer met de dingen boven het hier en nu, de dingen van de eeuwigheid. Soms vind ik het niet makkelijk om in het hier en nu te zijn. Mijn gedachten dwalen wel eens wat weg naar dagdromenland. De tekst die bij mijn eigen huwelijk was gekozen was Psalm 107 vers 1 - en dat zijn dezelfde woorden als de eerste en laatste tekst van Psalm 118 - namelijk “Loof de Heer want Hij is goed. Eeuwig duurt zijn trouw.” Fijn dat er ook een eeuwige kant zit aan de vreugde van het Evangelie.

Reactie Tinie:
Als ik denk aan “Dit is de dag die de Here gemaakt heeft. Laten wij juichen en ons verheugen” gaan mijn gedachten terug naar dé Dag die de Here God had bepaald. De dag waarop verzoening gedaan werd voor de schuld van alle mensen, door de Messias. De dag van Golgotha had God hiervoor apart gezet. Het was dé Dag, voor ons allemaal.
Daarom kunnen wij ons verblijden, voor wat Hij heeft gedaan: verzoening gebracht, vrij van schuld, een relatie hersteld met de Almachtige God en eeuwig leven! Zijn sjalom werkelijkheid en in ons.
Deze uitleg over dit vers van Psalm 118 is mij ooit verteld door een Messiasbelijdende Joodse man uit Israël.

 Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van november 2017