Vraag: Voor het doen van de meeste mitswot (geboden), zoals het aanleggen van de tefillien, zeggen we een brachah (zegenspreuk). Waarom doen we dat niet voor het gebod van het vertellen van de uittocht-geschiedenis?
Antwoord: rabbi Schneur Zalman van Liadi legt uit dat de Haggada vol staat met brachot (zegenspreuken) en we geen brachah uitspreken over het uitspreken van een brachah.
Vraag: Waarom is het belangrijk dat kinderen tijdens de sederavond de vragen stellen, bijvoorbeeld waarom we groente in zout water dopen?
Antwoord: rabbi Moshe Sofer legt uit dat de sederavond bij uitstek geschikt is om aan kinderen de grondbeginselen van het Joodse geloof, waarvan de uittochtgeschiedenis een hoeksteen is, te leren. Een college geven over de uittocht heeft een veel minder groot effect dan het prikkelen van hun nieuwsgierigheid. Daardoor wekken we het verlangen bij onze kinderen om de Pesach-geschiedenis te begrijpen, en zo krijgen ze iets mee dat hen hun hele leven bij zal blijven.
Vraag: Waarom hebben we het tijdens de seder over vijanden die in elke generatie het Joodse volk proberen uit te roeien?
Antwoord: rabbi Yosef Dov Soloveitchik legt uit dat het goed is om te beseffen dat het niet alleen de Egyptenaren waren die ons verdrukten maar dat het antisemitisme van alle tijden is. Of, zoals de Midrasj zegt: “De wereld zit nu eenmaal zo in elkaar dat Ezau Jacob haat.”
Vraag: Waarom zeggen we zowel aan het einde van de sederviering als van Jom Kippoer: “Het volgend jaar in Jeruzalem?”
Antwoord: rabbi Eliyahu Ki Tov legt uit dat we, zoals in Psalm 137:6 staat, beloofd hebben om ons Jeruzalem te herinneren, ook op de momenten van onze grootste vreugde. Daarom moeten we aan het einde van Jom Kippoer, wanneer we blij zijn dat onze zonden vergeven zijn, en aan het einde van de seder, wanneer we onze uittocht uit Egypte gevierd hebben, eraan denken dat we nog wachten op onze uiteindelijke verlossing, wanneer we allemaal zullen opgaan naar de tempel in Jeruzalem.
Rabbi Yosef Yitschak Schneerson, de zesde Lubavitcher rebbe, voegt hieraan toe: Als we zeggen “het volgend jaar in Jeruzalem”, vragen we niet om het volgend jaar pas verlost te worden. We smeken, integendeel, om nú verlost te worden zodat we, wanneer we het volgend jaar Pesach vieren, dat in Jeruzalem zullen doen, als definitief verloste mensen.
Bron: Chabad.org
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van arpil 2020