J. Akker
De eerste vermelding van Joden in Zeeland is in een besluit van 1397 van Hertog Albrecht van Beieren waarin hen verboden wordt om in Middelburg hun bedrijf uit te oefenen.
Tussen 1431 en 1461 wordt in de stadsrekening van Middelburg vier keer een ‘bekering’ van een Jood vermeld, mogelijk door omkoping.
Op 31 maart 1492 ondertekenden de Spaanse Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilië het uitdrijvingsedict tegen de Joden. Met hen verloor Spanje zijn handel en industrie bedrijvende middenstand.
Vanaf het begin van de 16e eeuw vestigden zich verscheidene Marranenfamilies in Antwerpen en Middelburg. Hierdoor groeide Antwerpen uit tot dé wereldhaven. Als bankiers en reders gaven zij een grote impuls aan de koloniale handel. Op Markt 2 woonde Louis Perez die rond 1520 naar Antwerpen vertrok. Zijn zoon Marcus en zwager Martin Lopez werden daar calvinisten, en behoorden tot hun voornaamste leiders. Met hun vermogen verschaften zij de financiële middelen voor de opbouw van het calvinisme. In Middelburg konden Portugese Joden vanaf 1651 rekenen op een positieve houding van het stadsbestuur waardoor ze bij konden dragen aan de bloei van de stad.
Er bestaan nog diverse andere panden waar Joden gewoond hebben zoals het geboortehuis van Etty Hillesum en slagerij van Oss.
De Boassons waren een bekende familie met diverse opperrabbijnen in het voorgeslacht. Marc Herman Boasson (1887-1943) was wethouder van Onderwijs en directeur van een familiebedrijf dat handelde in stoffen voor de klederdracht.
Er is ook een verbinding tussen Middelburg en Hadderech. Het was de geboorteplaats van de vader van Riek Boasson (1910-1988). Riek was secretaris van Hadderech en onze Israël-correspondente. En op het predikantenbord van de Nieuwe Kerk, hartje Middelburg, prijkt de naam van Max Enker, ooit voorzitter van Hadderech en predikant in Koudekerke van 1949-1952.
Bron: J. Leijnse (gids), stadswandeling Joods Middelburg, 2024.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van september 2024