rabbijn Tuly Weisz
In de week van 29 augustus werd de 120ste verjaardag van het eerste Zionistische Congres in het Zwitserse Bazel herdacht. Dit congres zette de vestiging van een Joodse staat in beweging en adopteerde het Hatikvah als zijn volkslied. Meer dan 200 afgevaardigde Joodse leiders uit heel Europa en het verre Palestina en de VS namen deel aan het congres dat op 29 augustus 1897 begon. Er is tot nu toe weinig aandacht gegeven aan het handjevol niet-Joodse gasten dat door Theodor Herzl uitgenodigd was voor het congres in Bazel. Hoewel hun geen stemrecht verleend was, waren er tien christenen als gasten uitgenodigd voor het Eerste Zionistische Congres. Twee andere gasten waren de meest vooraanstaande leden van de christelijke delegatie: William Hechler en Henri Dunant.
Henri Dunant was een Zwitserse bankier die zo getraumatiseerd was door het aanzien van een bloedig slagveld in Tunesië dat hij in de jaren 1850 bezocht, dat hij gepassioneerd begon te pleiten voor een internationaal lichaam om voor gewonde soldaten te zorgen. Dunant was een christelijk zendeling die vanuit zijn geloof in de Bijbel zijn passie handen en voeten gaf en door Europa reisde om zijn humanitaire idealen te promoten. Dit leidde tot de oprichting van het Rode Kruis en de Geneefse Conventie. Voor zijn inspanningen werd hij in 1901 geëerd met de eerste Nobelprijs voor de Vrede.
Reeds in 1866 begon Dunant ook te pleiten voor het herstel en de terugkeer van de Joden naar Palestina. Hij richtte het Internationaal Genootschap voor de Hernieuwing van het Oosten op. Zijn roep om de vestiging van een Joodse kolonie in Palestina werd door Theodor Herzl opgepakt. Herzl noemde Dunant een christen-Zionist. De eerste keer dat deze term gebruikt werd.
Dominee William Hechler was als pastor verbonden aan de Britse Ambassade in Wenen en een van de eerste lezers van Herzl’s boek De Jodenstaat. Het lezen veranderde Hechler onmiddellijk in de belangrijkste pleitbezorger en in een trouw volgeling van de Zionistische leider.
Herzl bracht in zijn dagboek verslag uit van zijn eerste ontmoeting met de dominee:
“Hechler verklaart dat mijn beweging Bijbels is, hoewel ik elke stap die ik zet op rationele overwegingen baseer.”
Hechler nam vervolgens Herzl mee en introduceerde hem bij belangrijke staatslieden, waaronder de Duitse keizer Wilhelm II. Deze connecties gaven de geassimileerde journalist, die voorheen geen vertrouwen of aanzien binnen de Joodse gemeenschap had, een grote mate van geldigheid van optreden.
Vanwege zijn vurige inspanningen kreeg dominee Hechler niet alleen een uitnodiging voor het Congres, maar ook een pensioen van de Wereld Zionistische Organisatie tot aan zijn dood in 1931.
De Hebreeuwse profeet Jesaja schreef:
“Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal Mijn hand opheffen naar de heidenvolken, naar de volken zal Ik mijn banier omhoogsteken. Dan zullen zij uw zonen brengen in de armen, en uw dochters zullen gedragen worden op de schouder” (Jesaja 49:22).
Tenach heeft veel voorbeelden van heidense volken die meehielpen bij de terugkeer van de Joden naar Israël, en christen-Zionisten hebben altijd dergelijke passages als hun inspiratiebron gezien.
Vertaling: Evelien van Dis.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van september 2017