Jana Harmon

De vooraanstaande Amerikaanse wetenschapper James Tour is van tijd tot tijd in het nieuws vanwege zijn - onwetenschappelijk geachte - creationistische opvattingen. Jana Harmon van het C.S. Lewis Institute in Atlanta had vorig jaar een gesprek met hem over zijn Joodse achtergrond, over zijn liefde voor Jesjoea en over zijn verlangen om anderen van Hem te vertellen.

Kun je ons iets meer vertellen over jezelf?

Mijn naam is James Tour. Ik ben scheikundige aan de Rice University in Houston, Texas waar ik nu 36 jaar professor ben. Ik heb daar ook aanstellingen in materiaalwetenschappen en nanotechnologie en in computerwetenschappen.
Ik ben opgegroeid in een liefdevol seculier joods gezin, net ten noorden van New York City. Mijn vader was apotheker en mijn moeder zorgde voor de drie kinderen. We spraken nooit over God. Ik was maar een paar keer per jaar in een synagoge.

Dacht je nooit na over de oorsprong van alles?

Ik wou dat ik mezelf kon afschilderen als veel nadenkender maar ik dacht daar niet over na. Ik ging naar school, ik studeerde en ik werkte het hele weekend in een benzinestation. Ik had gewoon altijd mijn hoofd onder de motorkap van een auto. Dát was mijn wereldbeeld. Ik dacht niet na over de eeuwigheid.
Soms kwamen er christenen die me traktaten gaven over Jezus. Als ik ze kreeg, was ik dankbaar, want ik had dan iets om te lezen tijdens de nachtdienst. Ik herinner me er één waarin Satan iemand na zijn dood meenam naar de hel omdat hij Jezus niet had aangenomen. Dichter bij religie kwam ik niet.
Om je de waarheid te zeggen, Jana, 90% van mijn gedachten ging uit naar vrouwen. Dat veranderde toen ik in het eerste jaar van mijn studie aan de universiteit een jonge man ontmoette. We raakten aan de praat en hij zei: “Mag ik het evangelie met je delen?” Ik zei: “Natuurlijk.” We gingen naar mijn kamer en het eerste vers dat hij voorlas was uit Romeinen, waar staat: “Allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God.”
Ik zei verontwaardigd: “Hoe kan ik een zondaar zijn? Ik heb nooit iemand vermoord of een bank beroofd!” Precies de gedachte waarmee ik in het seculiere jodendom was opgegroeid. We zien kleine dingen niet als zonde. Ik leefde in zalige onwetendheid over mijn zondige natuur.

Zelfs als je in de synagoge deelnam aan de Hoge Feestdagen en Jom Kippoer?

Het spijt me, Jana, ik moet je teleurstellen. Tijdens de diensten zat ik in een jeugdklas en bond de kwastjes van het gebedskleed van degene vóór me vast aan zijn stoel, zodat als hij opstond ... Daar waren mijn gedachten! Ik weet dat mijn orthodox-Joodse vrienden ontzet zijn als ze dit horen, maar ik kom er toch maar eerlijk voor uit.
Toen ik hem vertelde dat ik geen zondaar was, las hij Mattheüs 5:28 voor: “Iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd.” Het waren woorden van Jezus. Ik was verbijsterd. Ik wist niet hoe ik anders naar een vrouw moest kijken. Vanaf mijn 14e was ik verslaafd aan pornografie. Maar overspel is fysiek - hoe kon ik het in mijn hart doen? Alleen, als Jezus je hart in bezit neemt, hebben Zijn woorden een enorme kracht. Ik raakte ervan overtuigd dat ze waar waren.
Na zijn korte presentatie van het evangelie realiseerde ik me dat er niets was dat ík kon doen en dat Jezus in mijn plaats was gestorven. Ik had traktaten gelezen, maar die waren nooit tot me doorgedrongen. Dit was in augustus van mijn eerste jaar aan de universiteit. In november, alleen op mijn kamer, boog ik mijn knieën: “Heer, vergeef me, want ik ben een zondaar.” Ik had deze last vanaf augustus gedragen.
Plotseling viel er een verbazingwekkende vrede op me. Rechts van me stond iemand. Ik zag niets, maar Jezus’ aanwezigheid was sterk. Geen stemmen, alleen liefde, vriendelijkheid en vergeving - vloeibare liefde die over me werd uitgestort. Ik huilde, met mijn gezicht naar de grond. Ik stond op en veegde mijn tranen af. Dit was trouwens ongewoon want ik huil zelden.
Jezus had me echt gegrepen. Ik dacht voortdurend aan Hem. Ik droomde ervan om anderen over Jezus te vertellen - profetisch, want dat ben ik inderdaad gaan doen. Twee weken later vroeg de jongeman die me over Jezus verteld had: “James, heb je Jezus ontvangen?” “Waarom vraag je dat?”, zei ik. Hij antwoordde: “Je bent al weken aan het lachen.”
Nog iets: ik was verlost van pornografie. Ik merkte het eerst niet eens maar ik voelde me er niet meer toe aangetrokken. Ik had en heb wel andere worstelingen, maar díe was weg.

Leven uit de Bijbel

Ik vroeg hem: “Hoe kan ik dicht bij God blijven?” Hij raadde me aan om dagelijks de Bijbel te lezen. Ik kreeg er één en heb er 45 jaar lang elke dag in gelezen. In de kerk leerde ik om iedere ochtend de Schrift te bestuderen en op mijn knieën te gaan om het gelezene als het ware mijn leven in te bidden.
Ik houd van de Schrift - ze is mijn leven! Zoals Mozes zei in Deuteronomium 32: “Dit is geen ijdel woord... dit is je leven!” Het lezen is ook nooit een last. Ik heb diep ontzag voor elk woord omdat het Gods eigen woorden zijn, waar het universum zich naar voegt. Jezus zegt in Johannes 7:17 dat als we Gods wil willen doen, we zullen ontdekken dat Jezus’ woorden van God komen. Dat heb ik vaak ondervonden!
Ik begon ook aan andere dingen dan aan vrouwen te denken. Mijn studie begon op zijn plek te vallen. Als er iets goeds is in mijn leven, dan komt dat alleen door Jezus. Daarvóór was er niets goeds in mijn leven, maar nadat Hij in mijn leven was gekomen, veranderde alles. De eeuwigheid zal niet lang genoeg zijn om Jezus te danken voor alles wat Hij in mijn leven heeft gedaan.

Het Joodse karakter van de Schrift

Toen ik de Schrift begon te lezen, drong het hele joodse aspect nog niet eens tot me door. Het jodendom leefde gewoonweg niet voor me. Alles wat ik nú weet over het Woord van God, over Jezus en Zijn joods-zijn en het Nieuwe Testament en hoe joods het is, heb ik in de kerk geleerd. Ik ben de kerk veel dank verschuldigd. Ik heb het ook geleerd door het werk van Messiaanse geleerden te bestuderen.
Nu zie ik Jezus nog uitsluitend in de context van Zijn joods-zijn. Ik ben nu een veel betere jood dan voordat ik Jezus kende. Echt waar! Mensen zeggen wel eens tegen me: “Hoe kun je joods zijn en genieten van het Nieuwe Testament?” Ik antwoord dan: “Hoe kun je niet-joods zijn en van het Nieuwe Testament genieten? Alles eraan is zo joods!”

Welk advies heb je voor christenen die het evangelie willen delen met anderen?

Er staat een presentatie van 17 minuten op mijn YouTube-kanaal waarin ik het heb over evangelisatie. Ik heb jarenlang geprobeerd om mensen tot de Heer te leiden. Dat lukte misschien één of twee per jaar. Een aantal jaar geleden wilde ik erachter komen hoe grote Godsmannen dat deden. Daartoe ging ik de boeken van Steven Lawson over Charles Spurgeon en over George Whitefield lezen; talloze malen heb ik ze herlezen. Zij spraken nooit over methodologie. Alles wat ik hoorde in de evangelisatielessen was methodologie. Doe dit, zeg dat, lees die verzen. Maar dit is niet wat mensen aantrekt. Het is een gebedszaak. Wanneer je uitroept tot God: “Heer, geef me een hart voor de verlorenen”, dan zul je zien dat er mensen gaan komen en gered worden!

Bron: C. S. Lewis Institute (YouTube)

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van maart 2025