Drs. Pieter Hoekstra

Israël Paulus Tabaksblatt, zoon van Jitschak Jehuda Tabaksblat en Freida Starowjestsjik, wordt op 9 januari 1902 geboren als de zevende van in het totaal elf kinderen. Het gezin Tabaksblat, woonde in die tijd in het plaatsje Kock of Kotsk, gelegen in het toenmalige Russische deel van Polen. Hoewel de godsdienstige omgeving aldaar in die tijd sterk Chassidisch gericht was, is het gezin Tabaksblatt traditioneel-orthodox en nationaal-religieus ingesteld. In die geest heeft ook de opvoeding van Israël plaatsgevonden.

In Polen

Kort na de geboorte van Israël verhuist de familie naar Lodz, waar Jitschak Tabaksblatt filiaalhouder wordt van een firma in bouwmaterialen.

Op zijn vijfde jaar gaat Israël naar het Cheder, vanaf zijn achtste levensjaar bezoekt hij 's ochtends een gewone school, overigens wel Joods en 's middags een religieus-joodse school, voor onderwijs in Tenach en Talmoed. In 1914, het jaar waarin de eerste wereldoorlog uitbreekt, volgt Tabaksblatt de middelbare school in Lodz en, door het overlijden van zijn vader in 1913, niet het Herzl-Gymnasium in Tel Aviv. Ook blijft hij deel nemen aan het voortgezet Joods-religieus onderwijs en in zijn vrije tijd is hij actief in de socialistische zionistische jeugdbeweging van Po'alé Zion.

Onder invloed van het Russische communisme van na de revolutie komt er in de Po'alé Zion een scheuring en Tabaksblatt gaat mee met de linkervleugel. Een academische opleiding is niet voor hem weggelegd, want Joden worden alleen bij hoge uitzondering toegelaten op de universiteiten. Hij krijgt een baan op een fabriekskantoor. Dan volgt militaire dienst. Daarna vertrekt hij naar Radom, waar zijn verloofde Deborah Diesenhaus (1902-1962) woont, met wie hij in 1925 trouwt. Uit dit huwelijk zullen vier dochters en een zoon voortkomen. Hij krijgt een betrekking als secretaris bij de Joodse middenstandsvereniging Handwerker Klub. Voor deze organisatie moet Tabaksblatt in 1927 de verkiezingscampagne voor de gemeenteraad organiseren, terwijl hij zelf lijstaanvoerder van Po'ale Zion is. Voor de Handwerker Klub organiseert hij ook de zogenaamde ‘vrijdagavonden’. Dit zijn culturele avonden voor de leden. Hij nodigt sprekers en schrijvers uit als Scholem Asch.

Ontdekking van de Messias

In 1928 keert hij terug naar Lodz. Daar ontmoet hij Leon Rosenberg, zendeling in dienst van de Schweizer Judenmission. Naast Rottenberg heeft deze zendeling een grote invloed op Tabaksblatt gehad. S. Gerssen geeft het gesprek zo weer:

“Op Tabaksblatts verzekering: ik geloof wel in God, maar op de manier van Tolstoi, vroeg Rosenberg: “en de Messias dan?” Tabaksblatt weerde af: moet u zien hoe ze Hem hier belijden. Rosenberg zei: Ik kan er nog veel erger dingen over vertellen, maar ik zal u bij de kraag grijpen en teruggooien in het verleden, 19 eeuwen geleden naar ons eigen land. U, die zoveel tegen het christendom te zeggen hebt wat hebt u tegen Hem te zeggen? Als Tabaksblatt mij dit vertelt zegt hij: ‘Ik bleef hem het antwoord schuldig en ik ben het tot vandaag toe schuldig gebleven.’”

Het aangehaalde gesprek en de daaruit voortvloeiende contacten betekenen het keerpunt voor Tabaksblatt. Hij gaat Tenach met andere ogen lezen. Hij ziet dan ineens in Jezus van Nazareth de hele vervulling van het verlangen van de Tzaddikim. Zijn lijfspreuk wordt Hooglied 3:1-4. Hij voelt zich als degene die overal tevergeefs zijn zielsbeminde zocht. Maar toen hij haar uiteindelijk gevonden had wilde hij haar niet meer loslaten totdat hij in zijn ouderlijk huis gebracht had. “Daar heb je de hele geschiedenis, wat wil je nog meer?”

Geen  Palestina maar Nederland

In 1929 vertrekt hij naar Parijs, op doorreis naar Palestina, en verdient zijn brood als kleermaker. In Palestina wil hij, als Paulus, met handwerk zijn inkomen verdienen en ondertus­sen getuige zijn van de Messias. Een Finse vrouw, Elna Stenius, gelooft dat er een andere weg bedoeld is voor Tabaksblatt en brengt hem in contact met Johannes Rottenberg en Elim in Rotterdam. In 1930 vertrekt hij naar Nederland. Tabaksblatt is nog steeds van plan naar Palestina te gaan, maar Rottenberg reageert met “rustig aan”. Ondertussen neemt Rottenberg contact op met de Theologische School der Vrije Evangelische gemeenten te Apeldoorn. Op 10 December 1930 ontvangt Tabaksblatt de doop in de Nederlandse Hervormde kerk. In 1933 legt hij zijn kandidaatsexamen theologie af en begint hij met zijn werk in Elim. In april 1943 wordt Tabaksblatt met zijn gezin naar Vught gestuurd en in mei naar Westerbork. Daar vormt hij samen met zijn Joodse medepredikant Max Enker een noodgemeente. Op 4 September 1944 wordt hij op transport gezet naar Theresiënstadt.

Na de oorlog

Als hij in 1945 terugkeert in Nederland wordt hij al snel uitgenodigd om te gaan werken voor de Hervormde Raad voor de verhouding van Kerk en Israël, welke in 1942 in het geheim was opgericht. Tabaksblatt doet een aanvullende studie onder leiding van de Amsterdamse hoogleraren G.C.van Niftrik en E.L. Smelik. Zijn afstudeerscriptie is getiteld ‘Paasavondmaal en Offeravondmaal’. Op 3 mei 1953 wordt hij in de Bethlehemkerk te Den Haag als predikant bevestigd door ds. J.H. Grolle.

In 1956 en 1957 verblijft hij in Tiberias waar hij ook voorgaat in de diensten van de Schotse kerk. In de winter van 1961-1962 studeert hij aan de Hebrew University in Jeruzalem onder de hoogleraren David Flusser en Gershon Sholem. Met name met de eerstgenoemde heeft hij veelvuldig contact.

In 1964 treedt Tabaksblatt in het huwelijk met Anna Kok. Sinds 1967 is hij emeritus-predikant en woonachtig in Amersfoort. Een enkele keer schrijft hij nog iets, maar vaker komt een hoogleraar, predikant, student of gemeentelid even bij hem en zijn vrouw langs om een vermaning, bemoediging, lering of troost te ontvangen.

            Naschrift: Ds. Tabaksblatt overleed in 1992. Huisvriend Huub Oosterhuis leidde de afscheidsdienst. An Tabaksblatt woonde vele jaren de Hadderech-bijeenkomsten bij en overleed in 2011.

Ontleend aan de doctoraalscriptie theologie van drs. Pieter Hoekstra

 

Herinnering aan Israël Tabaksblatt 

Drs. Pieter Hoekstra

Niet lang geleden is in Ede een studiegroep Messiasbelijdende Joden van start gegaan. Ds. Tabaksblatt wil men als eerste onder de loep nemen. In dat kader is er contact met Pieter Hoekstra die voor zijn studie theologie in 1992 ds. Tabaksblatt bestudeerd heeft. Hij stuurde een herinnering die we u niet wilden onthouden.

Mooi dat er nog weer aandacht geschonken wordt aan deze bijzondere man.
Ik denk dat het misschien de eerste keer was dat ik bij hem kwam en hij mij vroeg of ik een Bijbel bij mij had. In die tijd liep ik daarmee nog wel rond. Of hij die even mocht bekijken. Nou ja, het was een gewone NBG-lilliputbijbel.

Alleen het Nieuwe Testament? Nee, natuurlijk Oud- en Nieuw. Ik heb zelf nooit alleen maar een N.T. wíllen hebben. Dat beviel Tabaksblatt goed. Hij nam mijn Bijbeltje over, bladerde er doorheen. Hier en daar wat aantekeningen.
Toen kwam hij op een pagina waarbij hij stopte. “Deze hoort er niet in!”, zei hij resoluut en rats, daar scheurde hij de hele pagina er uit. Ik had al zoveel vertrouwen in Israël Tabaksblatt, dat ik niet zozeer verbijsterd was maar toch wel verwonderd naar de pagina die hij in zijn hand hield keek.
Het was de witte pagina tussen de beide Testamenten. “Die hoort er niet tussen, het is één doorgaand testament.”

Deze artikelen zijn afkomstig uit het maandblad Hadderech van januari 2018