Op de dag voor Pesach gebeurde het dat de rabbi van Premisjlan zijn geld aan de armen gaf en zijn vrouw niets had om vlees mee te kopen voor de feestdag. Ze ontdekte in huis nog een voorwerp van waarde, verpandde het en kocht voor het geld een kippetje. Toen rabbi Meir uit de synagoge terugkwam, vertelde hij zijn vrouw dat hij gehoord had dat er juist een kind geboren was bij een arme vrouw die geen kip in huis had om er soep van te koken.

"Geef mij de kip en de soep maar voor háár, zei de rabbi. Wij kunnen best alleen matse en aardappels eten.” Hij bracht het eten naar de arme vrouw en keerde naar huis terug om de seder met een tevreden gemoed te vieren.

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van april 2021