Siegfried B. Stranders
Het is volgende maand precies 90 jaar geleden dat Philipp Trostianetzky samen met dr. Jan Zalmann en enkele anderen in 1928 de Nederlandse Vereniging van Joden Christenen, de voorloper van Hadderech, oprichtten. De meesten van ons zullen weinig meer over hem weten dan zijn naam. Op ons verzoek schreef Siegfried Stranders daarom de onderstaande biografie (red.).
Van Trostianetz naar Rotterdam
Philipp Trostianetzky werd in de plaats Trostianetz in de buurt van Charkov (Oekraïne) op 3 april 1890 uit vrome Joodse ouders geboren. Al op 18-jarige leeftijd was hij een vurig Zionist. Een tot Jesjoea heimelijke bekeerde vriend wist Trostianetzky...
over te halen om een samenkomst van een christelijke gemeente te bezoeken met de bedoeling zijn belangstelling voor het evangelie te wekken. Niet als gevolg van deze samenkomst, maar na het lezen van een traktaat, getiteld ‘Van wien spreekt de profeet in Jesaja 53?’ ging bij Trostianetzky het volle licht op. Op Hemelvaartsdag in 1908 hoorde hij voor het eerst over de Messias Jesjoea en op 5 december 1908 liet hij zich op achttienjarige leeftijd door de zendeling Rosenberg dopen. Rosenberg werkte voor het Engelse zendingsgenootschap Mildmay Mission to the Jews in Odessa. In 1912 zond dit genootschap Trostianetzky naar Berlijn om daar op de Bijbelschool voor in- en uitwendige zending onder leiding van pastor Koehler kennis op te doen voor het zendingswerk. Trostianetzky voltooide de driejarige cursus in twee jaar en werd begin 1915 als zendeling onder Israël aangesteld.
In 1915 trouwde Trostianetzky met de in het geheim gedoopte Joodse Lidia Schneidermann, geboren op 25 maart 1891, ook te Trostianetz. Zij besloten op uitnodiging van de ouders van zijn vrouw naar de V.S. te gaan. Maar de Heer had een ander plan met hen. Als gevolg van visumproblemen leidde de weg via Constantinopel uiteindelijk weer naar Berlijn. Daar werkte een zendeling onder de Joden, de heer Weinhausen die zich over hen ontfermde.
Na een verblijf in Berlijn, waar Trostianetzky tijdelijke zendingsarbeid verrichtte vanwege de Hebrew Christian Testimony to Israel, zette het echtpaar Trostianetzky de reis voort naar Nederland. Het is 1925 en via Amsterdam vestigde het echtpaar Trostianetzky zich in Rotterdam. Elim had eerder via David Baron over Trostianetzky vernomen en kort daarna werd Trostianetzky uitgenodigd om bij Elim als zendeling onder Israël te werken.
Zendeling bij Elim
Deze uitnodiging werd dankbaar aanvaard. Na een verblijf van drie maanden in Nederland had hij al een redelijke kennis van de Nederlandse taal en begon hij voordrachten in zogenaamde ‘huisbijeenkomsten’ te houden voor de uit Oost-Europa gevluchte Joden. Al spoedig begon Trostianetzky volledig in Elim te functioneren.
In 1932 besloot Elim zijn activiteiten uit te breiden naar Antwerpen, waar veel Joden woonden. Trostianetzky en zijn vrouw verhuisden naar Antwerpen. Een kerkgebouw werd ter beschikking gesteld voor Elim. Na een periode vruchtbaar gewerkt te hebben, besloot Elim in 1938 om diverse redenen haar activiteiten in Antwerpen te staken, zodat Trostianetzky naar Rotterdam terugkeerde en samen met S.P. Tabaksblatt het werk van Elim voortzette.
In 1938 kwam de oorlogsdreiging vanuit Duitsland dichterbij en in mei 1940 werd Nederland door Duitsland bezet. In 1943 werden Trostianetzky en Tabaksblatt met hun gezinnen in Rotterdam gearresteerd en naar Westerbork overgebracht, waarna zij samen met een groep van zeshonderd protestantse Joden naar Theresiënstadt werden gedeporteerd. Dankzij het feit dat ze tot deze groep behoorden, hebben zij het overleefd. In 1945 zijn zij door de geallieerden bevrijd en keerden naar Nederland terug.
München en Breda (1972)
Trostianetzky is vijfenvijftig wanneer hij weer in Nederland woont, maar er breekt voor hem een moeilijke tijd aan wat zijn gezondheid betreft, terwijl de oorlog ook zijn sporen heeft nagelaten. Daarbij komt dat hij veranderd is van een mild en vriendelijke man in iemand die stugger en achterdochtiger is geworden. Hij voorziet in het levensonderhoud van zichzelf en zijn vrouw door het houden van lezingen, het geven van Hebreeuwse les en door giften. Dat was bepaald geen makkelijke tijd.
Hij krijgt suikerziekte en als gevolg daarvan wordt zijn gezichtsvermogen steeds slechter totdat hij blind wordt. Ook verliest hij een been als gevolg van de suikerziekte. Dat betekent het einde van zijn geliefde bezigheden: zijn boeken en zijn wandelingen. Tot overmaat van ramp overlijdt in deze periode zijn vrouw. Dit verlies komt hij niet meer te boven.
De moord op de Israëlische Olympische atleten in München in 1972 en het voorstel van toenmalig minister A.A.M. van Agt om de ‘Drie van Breda’ vrij te laten, zijn voor hem schokkende gebeurtenissen. Benja Maton-van Gelderen (dochter van Jacob van Gelderen, een vriend van Trostianetzky) herinnert zich dat er tussen deze gebeurtenissen en de suikerziekte een verband werd gelegd.
Trostianetzky was dankbaar dat hij in Nederland in vrijheid kon leven en hij was daardoor Oranjegezind. Het zat hem daarom extra hoog dat wijlen Koningin Juliana pleitte voor de vrijlating van de ‘Drie van Breda’.
Zijn laatste levensjaren waren het moeilijkst, niet alleen vanwege de verder achteruitgaande slechte gezondheid, maar ook door de voortdurende pijn en de steeds terugkerende traumatische oorlogs- en concentratiekampherinneringen. Alles bij elkaar verlangde Trostianetzky naar het einde van zijn leven. Hij wilde “ontbonden en met Christus zijn”. In een brief van 14 september 1979 van de zoon van A. Zalman-Marda, Jan Zalman, schreef deze aan Trostianetzky: “Onze vrind Jacob van Gelderen vertelde mij, dat uw lichamelijke toestand verergerd is en dat u veel pijn lijdt. Ik ben erg met U begaan en heb U in het gebed voor onzen Heer gebracht tot verlichting van uw pijnen. U hebt al langen tijd verlangd om ontbonden te zijn en met Christus. In Zijn wijze Raad heeft Hij U lange tijd in dit moeilijke leven laten bestaan, waarvoor Hij zeker Zijn wijze bedoeling heeft, die U later zult verstaan en U er zich over zult verwonderen”. Trostianetzky werd tot hoger heerlijkheid bevorderd op 13 september 1979.
Naschrift redactie:
In de rouwadvertentie in het dagblad Trouw had Jacob van Gelderen de volgende woorden laten afdrukken: “Heden ontsliep in zijn Heer en Heiland na een langdurig, geduldig gedragen lijden onze vriend en broeder in de Messias Philipp Trostianetzky, in leven zendeling onder Israël. Hij leefde, arbeidde en stierf in het geloof dat eens gans Israël behouden zal worden (Rom. 11:26).
Met dank aan Benja en Pascale Maton-van Gelderen voor de naoorlogse informatie en Wim van Duijvenbode van Elim-Rotterdam voor de foto’s en vooroorlogse informatie.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van september 2018
door Siegfried B. Stranders.