Siegfried B. Stranders
Drieëntwintig personen verzamelden zich bij het Hotel ML in het centrum van Haarlem op 15 september jl.. Gelukkig ontdekte Gérard Pool op de valreep dat restaurant Stempels niet meer bestond. Nog bedankt Gérard! Na een kopje koffie/thee en een versnapering vertrokken we. Onze gids was Remmert Pels uit Haarlem.
Geschiedenis Joods Haarlem
In de Middeleeuwen hebben zich sporadisch Joden in Haarlem opgehouden. In 1605 deden enige Portugees-Joodse kooplieden een mislukte poging om zich in deze plaats te vestigen.
Begin achttiende eeuw vestigden de eerste Hoogduitse Joden zich in Haarlem. Een van hen verkreeg het poorterschap. Door het verbod voor Joden om tot een gilde toe te treden, werden zij ernstig beperkt in hun beroepsmogelijkheden. In 1756 kregen de Joden toestemming om een synagoge te openen op de eerste verdieping van een huis aan de Begijnhof, het huidige Goudsmidpleintje.
Aan het einde van de achttiende eeuw ontstond er in Haarlem ook een Portugees Joodse gemeente, die echter geruisloos werd ontbonden. Ondanks de burgerlijke gelijkstelling in 1796, waren de economische omstandigheden voor het merendeel van de Joden ongunstig. De gemeente Haarlem moest de Joodse gemeente vaak ondersteunen. In de negentiende eeuw kwamen joodse activiteiten op maatschappelijk, sociaal, godsdienstig en cultureel gebied van de grond. Ook joodse gezelligheidsverenigingen maakten een korte bloei door.
Periode begin 20e eeuw tot WO-II
Aan het einde van de negentiende eeuw namen het aantal Joden en de genoemde activiteiten onder invloed van de industrialisatie toe. In het godsdienstige en sociale leven in Haarlem speelde rabbijn Simon Ph. De Vries, schrijver van het boek Joodse Riten en Symbolen, een belangrijke rol. Hij was overtuigd zionist. In deze periode ontstonden er diverse Joodse sociale- en jongerenverenigingen. Dankzij de laatste wilsbeschikking van Mozes Joles, kwam er op 23 december 1930 een joodse vleugel (geen piano!) in het St. Elisabeth Gasthuis, dat tot in de tweede wereldoorlog heeft bestaan (Beth Joles). Door de toename van het aantal joodse vluchtelingen uit Duitsland, steeg het joodse inwoneraantal van Haarlem van honderdtachtig in 1938 tot 1800 aan het begin van de inval van de Duitsers in Nederland.
WO II en na 1945
Door de maatregelen van de bezetter verlieten de Joden Haarlem. De Februaristaking (25 februari 1941) legde in Haarlem twee bedrijven plat. Er kwam een NSB-burgemeester in Haarlem, Plekker. Hij gelastte diverse anti-Joodse maatregelen. De deportaties begonnen op 23 augustus 1942. Na het doodschieten van een Duitse soldaat, voerden de Duitsers razzia’ s uit en werden er 100 mensen opgepakt en gedeporteerd waaronder opperrabbijn Frank, de voorzitter van de joodse gemeente B.J. Chapon en Herbert Drilsma, gemeenteraadslid en secretaris van de afdeling van de Joodse Raad. Het Joods Monument, dichtbij het vroegere woonhuis van rabbijn de Vries, herinnert aan de omgekomen joodse Haarlemmers.
Na de oorlog vestigden zich weer Joden in Haarlem, Heemstede, Aerdenhout en Bloemendaal. Op 18 augustus 1949 werd de synagoge in het Kenaupark ingewijd. Het Beth Joles werd verkocht aan de gemeente Haarlem en van de opbrengst werd in 1957 het Joods bejaardentehuis Beth Joles in Haifa gesticht.
Verdere daginvulling
Na de stadswandeling dronken we iets fris in een klein café in afwachting van het laatste onderdeel van het programma: de boottocht door Haarlem. In een platbodem met buitendek maakten we een mooie vaartoer met uitleg, waarbij het weer ons gunstig gezind was. De tocht duurde een uur. Daarna vertrok een aantal van ons huiswaarts en anderen zochten een restaurant op in het centrum van Haarlem om het bezoek met een heerlijke maaltijd te besluiten.
Mijn conclusie over deze dag is dat het bezoek aan Haarlem geslaagd genoemd kan worden evenals de mooie boottocht en het diner.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van november 2018