Norma Anthonijsz en Michael Böck
Met een groep van 20 mensen bezoeken we op zaterdag 2 september Den Haag. Het begint om ongeveer half twaalf bij de Wiener Konditorei. Onder het genot van een lekker bakje koffie of thee en (zelfgebakken) gebak, aangeboden door Hadderech, ontmoeten we elkaar terwijl Ella Plas over de bijzondere historie van dit koffiehuis vertelt.
“De Wiener Konditorei bestaat al sinds 1934 en is een begrip in Den Haag. Willy Prager begon dit koffie- en gebakwinkeltje na zijn vlucht uit Oostenrijk.
In 1942 moest het gezin, bestaande uit Willy, zijn vrouw Fanny en baby Gideon onderduiken tot 1944, het jaar dat ze verraden werden. Fanny was toen van de tweede in verwachting en het hele gezin werd op transport gesteld naar Auschwitz. Alleen Willy overleefde. Na de oorlog begon hij meteen weer met Apfelstrudel te maken voor de hongerige inwoners van `s Gravenhage.Hij hertrouwde in 1948 en kreeg een dochter. In de jaren `50 was Willy een van de eersten in Nederland met een espressoapparaat. Kleinzoon Roland staat nu in de zaak.”
Na het nuttigen van onze traktatie gaan we met een fris gemoed de stadswandeling tegemoet, met ook nog eens heerlijk zonnig weer: wat wil een mens nog meer?! Het vrolijke gezelschap verplaatst zich naar het Plein met het standbeeld van Willem van Oranje. Daar krijgen we uitleg over de gebouwen erom heen, waaronder De Haagsche Kluis welke ca. 1900 gebouwd werd. Tot aan de Tweede Wereldoorlog functioneerde het pand als woonhuis en bankgebouw van de Joodse bankiersfamilie Edersheim. We mochten het van binnen bekijken en bezochten via de mooie tuin ook de vroegere huissynagoge.
Daarna wordt de groep in tweeën gesplitst. Robert van Venetië van het Haagse Gilde gidst ónze groep van tien personen. Met zijn kennis van de Joodse historie van Den Haag weet hij ons zeer te boeien.
De Bijenkorf werd in 1926 geopend door Joodse ondernemers en was het eerste warenhuis in Nederland met een roltrap.
Ook bezoeken we de voormalige synagoge die nu dienst doet als moskee. Bij wijze van uitzondering mogen we daar naar binnen gaan (zonder schoenen) om te kijken hoe het er van binnen uit ziet. Verdrietig is dat alleen de steen die gelegd is ter gelegenheid van de grondlegging van het gebouw in 1842 nog herinnert aan de oorspronkelijke gebruikers.
Het is mooi dat er ook in Den Haag Stolpersteine te vinden zijn, ter nagedachtenis aan de verschrikkelijke deportaties en de moord op de Haagse Joden.
Van een gemeenschap van 17000 zielen hebben slechts 2000 de oorlog overleefd.
Midden in de Joodse buurt stond vanaf 1928 een lagere school. Hier werd ook Joods godsdienstonderwijs gegeven. We komen in een speeltuin waar Joodse kinderen ruw werden weggerukt tijdens hun spel om meegenomen te worden naar de concentratiekampen.
In 2006 kreeg deze plek een monument ter nagedachtenis aan de omgekomen kinderen.
Het plein van de voormalige school kreeg in 1999 de naam van Rabbijn Maarsen. Als opperrabbijn heeft hij veel betekend voor de Joodse gemeenschap.
Een andere oorlogsmonument draagt de tekst uit Deuteronomium 25: “Gedenk wat Amalek u gedaan heeft.”
Tenslotte zien we een maquette in het stadhuis die is geplaatst op een steen welke afkomstig is van de Tempelberg in Jeruzalem.
Na de wandeling gaan we met een kleinere groep terug naar het Centraal Station waar we achter het station het dagje Den Haag afsluiten onder het genot van een hapje en drankje. Iedereen heeft er volop van genoten.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van oktober 2017