Drs. Jan Minderhoud
In het paaskamp hadden we op zondag theoloog-pastor, PKN-voorganger Jan Minderhoud in ons midden. Hieronder een samenvatting van zijn bemoedigende preek.
Het visioen van Ezechiël 37: God grijpt in!
Wat kun je er soms naar verlangen dat God de wereld op z'n kop zet.
Of jouw leven, want zolang al zit je in de misère, en het licht breekt maar niet door. Of dat God -Hij is tenslotte de Koning van de wereld- ingrijpt in Syrië, in die vreselijke burgeroorlog met alleen maar verliezers.
Is dat niet wat er gebeurt in het visioen van Ezechiël 37?
Ezechiël, priester-profeet, weggevoerd uit het heilige land, samen met vele andere Joden naar Babylon, het huidige Irak. Want wereldmacht Babel is gekomen en heeft Jeruzalem, de stad en de tempel verwoest.
Het volk Israël in ballingschap, op een paar arme sloebers na, achtergelaten om voor de wijngaarden en de akkers te zorgen (2 Kon. 25:12). Einde verhaal.
“Het is met ons gedaan”, roept het volk in koor. “Onze botten zijn verdord, onze hoop is vervlogen. Ten dode opgeschreven zijn we. Ons rest niets anders dan een leven in ballingschap, ver weg van huis, van de tempel, van Jeroesjalaim.”
Het is in déze malaise dat Ezechiël dat visioen krijgt. En dat hij door de Geest van God naar een dal vol met doodsbeenderen wordt gevoerd. Een soort massagraf.
“Mensenkind, kunnen deze beenderen weer tot leven komen? Heer, mijn God, dat weet U alleen.”
Ezechiël zegt geen ja, want als hij ja zegt, dan gelooft hij wel heel erg veel. En hij kán het nauwelijks geloven.
Maar Ezechiël zegt ook geen nee, want als er geen hoop meer is, dan is er ook geen leven meer. Ezechiël heeft de hoop nog niet opgegeven want bij God is tenslotte niets onmogelijk.
“Mensenkind, profeteer en zeg tegen deze beenderen: Dorre beenderen, luister naar de woorden van de HEER, Ik ga weer adem in jullie brengen, levensgeest, en je zult weer tot leven komen.”
Ezechiël profeteert. En wat gebeurt er? Er komt beweging in de beenderen. Ze voegen zich aaneen, bot bij bot. Spieren. Vlees. Huid erover heen. Maar ademen doen die botten nog niet. Geest is er nog niet in.
“Profeteer opnieuw, mensenkind, profeteer tegen de wind (tegen de geest - HSV/NBG). En zeg tegen de wind: Dit zegt God de HEER, kom uit de vier windstreken, wind, en blaas in deze doden, zodat zij weer tot leven komen.”
Ezechiël profeteert weer, en er komt adem, geest in die lichamen. Al die lichamen gaan op hun voeten staan, een grote menigte, onafzienbaar. God grijpt in. Doden komen tot leven.
Pasen, ook voor Israël!
Er zijn zowel joodse als christelijke exegeten die Ezechiël 37 betrekken op de opstanding der doden bij de wederkomst van Jezus. Helemaal goed; als je de profetie van Ezechiël dan éérst ook nog iets anders laat zeggen, en dat is dat er hier een volk opstaat! Een volk dat roept:
“Onze botten zijn verdord, onze hoop is vervlogen. Het is met ons gedaan.”
Deze profetie gaat over Israël. En over de toekomst van dit volk. En over de God van dit volk.
“Mijn volk, Ik zal jullie uit uw graven laten opstaan, Ik zal jullie terugbrengen naar het land Israël”.
We hebben dat in onze tijd opnieuw zien gebeuren.
De staat Israël zoals die is gesticht in 1948. Al weer bijna 70 jaar geleden. Een Godswonder, al zal niet iedereen mij dat nazeggen. Miljoenen Joden die in 70 jaar tijd naar het beloofde land zijn teruggekeerd, uit Europa, na de verschrikkingen van de holocaust, teruggekeerd uit Amerika, Afrika, Azië.
“En jullie zullen weten dat Ik de HEER ben. Ik zal mijn Geest in jullie geven, zodat je herleeft, en je zult weer wonen in je land (37: 14).”
En is dat nou niet het bijzondere, dat er juist vanmorgen een belofte over dit volk ligt? Israël heeft nog iets tegoed!
Over dat tegoed hoor ik ook Bijbeluitleggers van Joodse zijde spreken: “De verlossing komt niet in één keer maar in fases. Eerst een lichamelijk deel, daarna een geestelijk deel. En tussen die twee fases zit een pauze.” Vandaag leven we in zo'n pauze, zeggen diezelfde Joodse Bijbeluitleggers. En in die pauze zijn er grote zorgen. Maar Ezechiëls visioen houdt ons op de been. En we zien uit naar de dag waarop de profetie tot volledige vervulling komt. De dag van het geestelijk herstel van het Joodse volk. Leven uit de dood! Dat zal het hele Midden-Oosten veranderen, ja de hele wereld.
Tekenen van hoop
Zover zijn we nog niet maar er zijn tekenen van hoop:
Van de ongeveer 13 tot 15 miljoen Joden wereldwijd zijn er inmiddels misschien wel honderdduizenden die Jezus als de Messias erkennen. Soms openlijk, soms in het verborgene.
Een ander teken van hoop: Twee Palestijnse dokters, twee broers, die op de ambulance van het Israëlische Rode Kruis werken, Magen David Adom, in Oost-Jeruzalem en iedereen helpen die gewond is, Jood en Palestijn.
Of die Joodse hartchirurgen in Tel Aviv, die Palestijnse kindertjes uit de Gaza-strook opereren en aan deze kinderen zo toch nog kans van leven geven.
Zoals één van hen dat zei: “We gooien enkele druppels vrede in een oceaan van haat.”
Wat kunnen wij doen?
Wij die leven vanuit het evangelie van Pasen en vanuit de kracht van Zijn opstanding mogen blijven geloven in Gods belofte van Ezechiël 37. We mogen blijven geloven dat het leven sterker is dan de dood. Ook in ons eigen leven. Ook in onze kerken.
Het evangelie van Pasen is de garantie dat het waar is en dat het waar zal worden.
We mogen blijven geloven in Pasen voor Israël, dat er ook dáár leven uit de dood zal zijn, op die paar vierkante kilometer aan de Middellandse Zee, en dat een geestelijk herstel van Israël mogelijk is. En God zal het doen, want Hij is de Heilige van Israël.
We mogen verder kijken dan de neus van de krant en de neus van het nieuws op TV lang is. Want het geloof ziet verder, de profetie ziet verder.
En tot slot: we mogen blijven bidden voor Israël en het Midden-Oosten. Bidt voor Ismaël, en voor de Arabische wereld. Ook zij hebben ons gebed nodig. En vooral: bidt voor Israël, Psalm 122, bidt Jeruzalem de vrede toe. Zij hebben hun Messias nodig. Amen.
Bidden voor Israël? Zie ook Jan Minderhouds website: www.biddeniseenweg.nl.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van mei 2017