Roy H. Schoeman
Tijdens het Derde Rijk werden de nazi's enthousiast gesteund door diverse Arabische leiders. De machtsovername van Hitler in 1933 werd met grote opgetogenheid verwelkomd in de Arabische wereld.
Onder de eerste gelukstelegrammen die hij ontving, waren er verschillende uit Arabische hoofdsteden.
Op nazi-leest geschoeide partijen ontstonden snel in de Arabische wereld. Eén ervan was Syrië's Sociaal Nationalistische Partij. Haar leider, Anton Saäda, noemde zichzelf de ‘Führer van Syrië’. Een hakenkruis tegen een zwart-witte achtergrond sierde hun vlag. Sami al-Joundi, medeoprichter van de Syrische Baat-partij, herinnerde zich: “We bewonderden de nazi's. We dompelden ons onder in nazi-literatuur en brachten als eersten een Arabische vertaling van Mein Kampf uit.”
De liefde was wederkerig: Hitler zei: “De Arabische bevrijdingsbeweging is onze natuurlijke bondgenoot.” Egyptes partij ‘Jong Egypte’, opgericht in oktober 1933, imiteerde de nazi’s met stormtroopers, fakkeloptochten en slogans als ‘Eén volk, één partij, één leider’. Ze riepen ook op tot de boycot van Joodse zaken en fysiek geweld tegen Joden.
De grootmoefti van Jeruzalem, Hajj Amin al-Hoesseini, oom van de Palestijnse leider Yasser Arafat, was een drijvende kracht. Als leider van de Arabieren in Palestina in de jaren 1930 riep hij op tot een jihad om de Joden te vernietigen: “Ik verklaar een heilige oorlog mijn moslimbroeders! Vermoord de Joden! Vermoord ze allemaal!” Hij zette aan tot anti-Joodse rellen, o.a. in Jeruzalem en Hebron, waarbij honderden Joden omkwamen.
Tijdens de oorlog kreeg Hoesseini een warm welkom in Berlijn. Vlak na aankomst noemde hij de Joden “een altijd corrumperend element in de wereld”. Als persoonlijke gast van Hitler werd hij ondergebracht in een herenhuis, een door de nazi's geconfisqueerde Joodse school: Das Islamische Zentralinstitut. Hij kreeg een royaal salaris van meer dan $20.000 per maand, betaald uit geroofde Joodse bezittingen. SS-chef Himmler nam Hoesseini onder zijn hoede en leidde hem rond in Auschwitz, waar Hoesseini bewakers aanspoorde ijveriger de gaskamers te bedienen.
Himmler financierde in Dresden een academie voor moslims die nazigezinde regeringen in moslimlanden moest installeren. Als tegenprestatie rekruteerde Hoesseini Bosnische en andere moslimvrijwilligers voor de SS. 20.000 van hen vormden een speciale eenheid in Kroatië, waar ze talloze Servische kerken en dorpen verbrandden en burgers vermoordden, en bovendien 90% van de Bosnische Joden.
Bron: Roy H. Schoeman, Salvation is from the Jews (2003).
Roy H. Schoeman
Roy H. Schoeman werd in 1951 in New York City geboren uit Joodse ouders die nazi-Duitsland waren ontvlucht. Hij groeide op in een vrome Joodse omgeving en kreeg zijn opleiding van vooraanstaande rabbijnen, waaronder Arthur Hertzberg, Arthur Green en Shlomo Carlebach. Schoeman behaalde een BSc. aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en een M.B.A. magna cum laude aan de Harvard Business School, waar hij later marketing doceerde.
Ondanks zijn succes belandde hij in een diepe geestelijke crisis.
Zijn leven veranderde drastisch na wat hij beschrijft als een krachtige mystieke ervaring waarin hij de aanwezigheid van God ontmoette. Dit leidde tot zijn bekering tot het rooms-katholicisme, waar hij het christendom ging zien als de vervulling van het jodendom. Sindsdien is hij een prominent katholiek evangelist en spreker geworden, die zich vooral richt op de joods-katholieke dialoog en de rol van Israël in de heilsgeschiedenis.
Schoeman is vooral bekend vanwege zijn boek Salvation is from the Jews: The Role of Judaism in Salvation History from Abraham to the Second Coming (2003), dat de Joodse geschiedenis onderzoekt in het licht van de Bijbel en de katholieke theologie. Hij heeft ook programma's gepresenteerd op katholieke mediaplatforms zoals EWTN - Eternal Word Television Network - en spreekt regelmatig op conferenties en in parochies over de hele wereld.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van mei 2025