Er was eens een arme schlemiel. Als laatste redmiddel besluit hij tot God te bidden om hulp. Hij bidt: “Almachtige God, geef me tienduizend gulden. Ik zweer bij alles wat me lief is dat ik goed zal zijn voor iedereen. Ik zal vijfduizend gulden aan andere armen geven, en ik smeek u mij de andere helft te laten houden. Als u echter twijfelt aan mijn eerlijke bedoelingen, geeft u mij dan vijfduizend gulden. Dan kunt u zelf de andere helft verdelen!”
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van juni 2021