Mijn naam is Eppo Bruins. Ik ben 53 jaar geleden geboren in Apeldoorn. Bij ons thuis ging de Bijbel niet open. Toch kreeg ik van jongs af aan wel wat mee over het geloof omdat mijn ouders mij naar een protestants-christelijke basisschool stuurden.

Ik kende dus de verhalen over Noach’s ark en Mozes’ biezen mandje. “Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw” zong ik uit volle borst mee.

Op mijn achttiende kwam ik tot geloof tijdens het zingen in het achtergrondkoor bij de musical ‘Alpha & Omega’ van de Britse componist en pianist Adrian Snell. Tijdens de repetities had de dirigent over een van de liederen gezegd: “Wie niet gelooft kan dit niet zingen”. Het ging om het lied ‘And in that day’ met de tekst: “And in that day every knee shall bow, every tongue confess that Christ is Lord”. Toen de dirigent dat zei, liet ik het eerst langs me heen glijden. Maar tijdens het optreden gebeurde het letterlijk dat ik bij dat lied met stomheid geslagen was. Ik kon het niet zingen. Terstond wist ik dat alles wat ik als kind had gehoord, een werkelijkheid was.

Ik heb daarna heel veel moeten inhalen en bijleren. Ik moest ontdekken welke kerkelijke stroming het beste bij me zou passen, en ik ging veel in de Bijbel lezen. Al gauw ontstond het verlangen om de grondtekst te kunnen lezen, dus volgde ik een basiscursus Hebreeuws.
Door de Bijbel in zijn geheel en in zijn context steeds beter te begrijpen, ontstond een diepe liefde voor het volk Israël, eerstgeborene onder de volken, het volk waar Hij een verbond mee sloot en aan wie Hij zich openbaarde als de ‘Ik ben die Ik ben’.

Mijn vader had al meermaals verteld dat zijn moeder, mijn oma, een Jodin was. Als kind was dat voor mij een betekenisloze mededeling, maar als volwassen gelovige kregen die woorden voor mij diepe betekenis.
Ik heb mijn oma nooit gekend, maar er is één foto waarop ze me in haar armen houdt toen ik een baby was. Ze stierf toen ik één jaar oud was. Ik heb haar stamboom kunnen terugvinden tot in Polen, waar zij geboren was. Haar grootouders aan moeders kant heetten Abramowski. “An unmistakably Jewish name”, vertelde een Poolse vriend mij. Daar houd ik me aan vast.
Bij het overlijden van mijn oma in 1970 was er geen geld voor een steen.

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van maart 2023