Reuven Kashani

Het is niet alleen in Israël maar ook in andere oosterse landen de gewoonte om op de graven van heilige en vereerde personen uit het verleden te bidden. Zo stond Sjawoeot, het feest van de Wetgeving op de Sinaï, in veel landen bekend als ‘het feest van het bezoeken van graven’. Onder de meest bekende en vaakst bezochte graven zijn die van Rabbi Meir Ba’al Hanes in Tiberias, die van Rabbi Sjimon Bar Jochai in Meron, die van Rabbi Sjimon Ha-tzaddik en van de profeet Samuël in de heuvels rond Jeruzalem.

 

Een Arabier die in 1730 Israël bezocht vertelt dat de Joden de gewoonte hadden om samen te komen bij het graf van Samuël om daar te bidden, en juwelen, kleren en tapijten meebrachten. Die werden in de grot verbrand, ter ere van deze heilige plek.

De Joden van Hamadan – volgens de Perzische Joden het vroegere Sjoesjan, de oude hoofdstad van Perzië, waar de Poerim-gebeurtenissen plaatsvonden - bezoeken de graven van Mordechai en Esther gedurende Sjawoeot.

In Babylon gingen de Joden van Mosoel naar het graf van de profeet Obadja in een donkere ondergrondse kelder, verlicht door kaarsen. Voorin de kelder lag een met groen satijn bedekt tabernakel, waaronder volgens de overlevering de beenderen van Obadja begraven waren. Bezoekers gedurende Sjawoeot lazen dan uit het boek Obadja en uitten hun smeekbeden op de dag dat de Thora aan het volk Israël werd gegeven.

Het graf van de profeet Ezechiël ligt in een stadje genaamd Al-Kifl bij Bagdad. De Roemeens-Joodse historicus Israël Joseph Benjamin (schrijversnaam Benjamin II), die dit graf meer dan 100 jaar geleden bezocht, schreef dat het de gewoonte was om op de avond voor Sjawoeot de eer van het verwisselen van grafversieringen te verkopen. Rabbi S. Zalman van Jeruzalem, die Babylon in 1875 bezocht, schrijft: “Ik moest tweemaal bij het graf van de profeet Ezechiël zijn. Op de 28ste van de maand ljar (een week vóór Sjawoeot) beginnen de Joden op zijn graf, waar ze ook lernen, te bidden. Rechtvaardige en rijke mensen blijven daar dan tot het einde van Sjawoeot en verkopen tegen een zeer hoge prijs het recht om uit de Thora te lezen”.

Een andere heilige plaats waar duizenden bezoekers gedurende Sjawoeot plachten samen te komen was het graf van de profeet Nahum in het kleine plaatsje Alqosh in Koerdistan. Joden kwamen van ver buiten Koerdistan voor een bezoek daarnaartoe. Het was de gewoonte om een heuvel te beklimmen genaamd ‘de berg Sinaï’, vlak bij het graf. Benjamin II schreef hierover in zijn Journeys of Israel: “De Joden plachten zowel hun Thorarollen als hun wapens deze heuvel op te dragen en op de top uit de Thora te lezen, ter herinnering aan Mozes die in de woestijn op de berg Sinaï de wet ontving. Na de plechtigheid daalden ze weer af en gingen dan een schijngevecht aan. De strijders deden net alsof dit de oorlog was die naar hun mening plaats zal vinden wanneer de Messias komt om het volk Israël te helpen tegen de heidenen die weigerden de Joden naar het Land terug te laten keren”.

Benjamin vertelt ook dat de vrouwen uit de stad kwamen, al dansend met tamboerijnen, om hun terugkerende echtgenoten te verwelkomen. Tezamen gingen ze dan terug naar de stad om feest te vieren. Benjamin dacht dat het gebruik van de schijngevechten van de Arabieren afkomstig was. Maar toen hij dat tegen de Joden uit Koerdistan zei, antwoordden die dat de vroegere voorvaderen dit al deden en dat dit zou doorgaan tot de komst van de Messias. Toen deze gemeenschap tussen 1940 en 1950 naar Israël emigreerde, verdween het gebruik.

[Begin 2019 kon begonnen worden met de restauratie van de compleet vervallen, 1500 jaar oude. graftombe dankzij een donatie van de VS van 1 miljoen dollar, red..]

In Egypte is een andere oude gewoonte verdwenen. Er is een oude synagoge in het dorp Demveh, niet ver van Gizeh, buiten Caïro. Volgens een Egyptisch-Joodse legende werd de synagoge 40 jaar na de verwoesting van de Tempel op de plaats van het huis van Mozes gebouwd. Moekrizi, een Arabische schrijver, vertelde in 1441 dat de Joden gedurende Sjawoeot naar de synagoge van Demveh gingen. “Een grote schare luidruchtige Joden kwam daar dan samen en gedroeg zich vaak onordelijk”. Dat had tot gevolg dat zingen en dansen gedurende Sjawoeot verboden werd. Daarna gingen er elk jaar minder mensen voor deze gelegenheid naar de synagoge, totdat deze traditie helemaal ophield.

In Jeruzalem pleegt men naar de berg Zion te gaan en gedurende Sjawoeot, naar men aanneemt de sterfdag van koning David (Betzah 2:4), Psalmen te lezen. Er zijn Poolse Joden die met Sjawoeot 150 Jahrzeit-kaarsen aansteken, ter herinnering aan Davids 150 psalmen.

Reuven Kashani, zelf afstammend van een familie die vanuit het Iraanse Kashan naar Israël emigreerde, heeft veel geschreven over de geschiedenis van de Joden in het Midden-Oosten. Dit artikel verscheen eerder in Hadderech, mei 1991.

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van juni 2019