Ds. Dick M. Stichter

"En toen zij opkeken, zagen zij dat de steen weggerold was, want hij was heel groot" (Markus 16 : 4).

Het is nog vroeg in de morgen als de beide Maria’s richting de graftuin gaan om

het graf van de Here te bezoeken om volgens Joods gebruik het lichaam van de Here Jezus te zalven. Dat was het laatste dat je voor een overleden geliefde kon doen: het graf verzorgen, het lichaam verzorgen. Met specerijen proberen te voorkomen dat het lichaam al te snel tot ontbinding zal overgaan. Immers het lichaam is geen stoffelijk overschot, maar het is de tempel waar de Geest van God in heeft gewoond.
Maar hun gang naar het graf wordt extra verzwaard door een probleem. Onderweg naar het graf spraken zij erover. “Wie zal voor ons de steen van de ingang van het graf wegrollen?” Die weegt wel honderden kilo’s. Die steen krijgen zij nooit van hun leven weg!

Soms hoor je iemand wel eens verzuchten: “Ik zie het niet meer zitten, ik weet niet hoe ik verder moet.” Dan liggen er stenen op je weg waar je niet overheen kunt. Stenen die je weg blokkeren. Waarom krijg ik in mijn leven meer te verwerken dan een ander? Waarom heb ik zoveel zorg? Waarom heb ik zo veel verdriet? Stenen op je weg. Te zwaar voor mensenhanden. Neem een voorbeeld aan de beide Maria’s! Zij lieten zich niet tegenhouden door hun vragen. Ook al wisten ze dat hun kracht tekort zou schieten, toch gaven ze de moed niet op.
En… wat een verrassende ontdekking! Toen ze bij het graf kwamen was de steen al weg! Wat bij de mensen onmogelijk is, wat voor ons te zwaar is, zodat je niet verder kunt, dat is mogelijk bij God. Hij rolt de zwaarste stenen weg. Dat is de heerlijke boodschap van Pesach – Pasen: een open graf! Een weggerolde steen! Ongekend.

De apostel Paulus spreekt in de eerste brief aan de gemeente in Korinthe in hoofdstuk 5 vers 7 over Christus dat als het Paaslam voor ons geslacht is. Het Pesach-feest wijst als het ware naar Jezus, die het Lam is, dat de zonde van de wereld wegneemt. De gelovigen mogen schuilen achter het bloed van Christus net zoals de eerstgeborenen van Israël destijds schuilden achter het bloed van het Pascha.  Zo ging de engel van de dood hen voorbij (Ex. 12). Door persoonlijk geloof in het bloed van het ware Paaslam Jesjoea Hammasjiach worden ook wij bevrijd van de dood. Met Pasen is de dood immers overwonnen!
Vandaar dat God een engel naar het graf stuurt. Nee, niet in het zwart. Nee, niet in rouwkleren. Maar in het wit, in gala, in vol ornaat, in hemelse kledij. En die engel rolt de steen weg! De dood is overwonnen. Dat is de kracht waaruit wij mogen leven; ook als het soms donker is in ons leven.  Pesach – Pasen vier je niet een of twee dagen in het jaar maar dat mag en moet elke dag in je leven centraal staan. Zo schrijft Paulus aan de jonge Timotheus:

“Houd in gedachte dat Jezus Christus uit de doden (letterlijk: tussen de doden uit) is opgewekt, uit het nageslacht van David” (2 Tim. 2 : 8). 

Wij geloven in de opstanding van het lichaam! Eens als de bazuinen klinken, dan zullen de graven openbreken! Dan hebben stenen niets meer te vertellen. Als Jezus komt in heerlijkheid worden alle stenen opgeruimd. Dan gaan we Hem tegemoet!

“En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. Zo dan, troost elkaar met deze woorden” (1 Thess. 4 : 17 en 18).

 

Over de auteur:

Hadderech-lid Dick Stichter (1953) groeide op in Harderwijk, is getrouwd met Aaltje en samen hebben ze drie getrouwde dochters. Dick is niet met de kerk opgegroeid en maakte een radicale bekering mee toen hij 19 jaar was. Hij ging theologie studeren in Brussel en Leuven, daarna aan het Baptisten-Seminarium en ten slotte aan de VU te Amsterdam.
Samen met Aaltje leidde hij vele malen reizen naar Israël namens Het Zoeklicht.
Dick is medeauteur van een commentaar op het boek Daniel. Dit boek is ook vertaald in het Russisch en verspreid onder de Messiaanse Joden in het Russisch taalgebied. 

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van april 2018